Recensie ‘De twaalfjarige bruiloft’ – Maeve Brennan

Recensie van de verhalenbundel ‘De twaalfjarige bruiloft’ van Maeve Brennan

door Marjet Maks

‘De twaalfjarige bruiloft’ van Maeve Brennan is een subtiel gecomponeerde verhalenbundel. Je kunt ieder verhaal afzonderlijk lezen maar eigenlijk zijn het stuk voor stuk hoofdstukken binnen het grote geheel van een roman. In alle verhalen zijn we ooggetuige van het gezin Bagot. Delia Bagot is de toegewijde moeder van Lily en Margaret en vrouw van Martin. Dat er ook een dood broertje is, wordt nauwelijks genoemd maar hangt als een zware sluier in het gezin. Delia doet er alles aan om haar man gunstig te stemmen. Hij gaat ‘s morgens vroeg weg en komt ‘s avonds laat thuis. Hij slaapt in het achterkamertje om vrouw en kinderen vooral maar niet te storen.

Eenzaamheid, onvermogen, kwetsbaar zijn, spijt en wanhoop zijn de onuitgesproken thema’s in deze familie. Brennan beschrijft de moeilijke gevoelens subtiel aan de hand van de handelingen van Delia Bagot, zoals het schikken van bloemen, het uitkloppen van een tapijt, het sluiten van een venster of haar zorg om de poezen en de hond Benny, zodat ze Martin niet in de weg zullen lopen.

In het eerste verhaal ‘De twaalfjarige bruiloft’ is Delia gedetailleerd bezig met het schikken van een boeket met bloemen uit haar tuin. Ze wil haar man verrassen in verband met hun twaalfjarige bruiloft. Ze is heel kwetsbaar in dit verhaal, je krijgt het beeld van een sloverige afhankelijke vrouw die snakt naar erkenning en er alles aan doet om haar man te behagen. Halverwege het verhaal verandert het perspectief naar Martin, wat een heel ander licht werpt op de gezinssituatie.

In het verhaal ‘Het vriendelijke schaduwbeeld’ wordt Delia’s eenzaamheid ontroerend mooi beschreven op een moment dat ze alleen thuis is. Ik geef een wat langer citaat, omdat het zo bijzonder geschreven is.

p. 56 “Ze begon haar haren glad te strijken met haar handen, maar haar spiegelbeeld zag er zo verloren en bleek uit dat ze ervan schrok, en ze deed het licht aan om zichzelf gerust te stellen. Ze boog weer voorover naar de spiegel en duwde een losse lok zorgvuldig in de keurige knot aan de achterkant van haar hoofd, maar toen ze zich bewoog, bewoog er iets met haar mee, iets veel groter en nog veel stiller dan zij. Haar schaduw viel op de muur naast de spiegel en vervolgde haar, en nu boog hij met haar voorover, boog naar haar toe, en zij staarde ernaar. Het licht in haar eigen slaapkamer veroorzaakte geen schaduw van haar zelf, voor zover ze had gemerkt. Ze stond stil en de schaduw stond ook stil, wachtte op haar zoals zij op hem wachtte. Ze keek beter en op dat ogenblik, terwijl hij het hoofd boog, wist ze waar ze naar keek. Het was het schaduwbeeld van haar moeder, daar op de muur. Er was geen vergissing mogelijk; dat was haar moeder.
Mevrouw Bagot kon het niet begrijpen. Zij en haar moeder hadden niet op elkaar geleken.” (…)
In de laatste zinnen van dit verhaal komt het schaduwbeeld nog even terug en laat je als lezer achter met een diepe zucht.
“Ze voelde zich plotseling vervuld van hoop. Het was geweldig hoe het zien van het schaduwbeeld haar opgekikkerd had. Het was geweldig dat ze wist dat het schaduwbeeld boven was en dat het nooit weg zou gaan. Het was bijna alsof iemand in huis was.”

Het laatste verhaal ‘Liefdesbronnen’  wordt beschreven vanuit Min, de tweelingzus van Martin. Delia en Martin zijn allebei overleden. Min heeft iedereen overleefd en kijkt genoegzaam, tussen de spulletjes van haar schoonzusje die ze totaal niet mocht, op haar leven terug zonder enige zelfkennis. In een lange monologue interieur komen we te weten uit wat voor gezin Martin komt. Mins commentaar is onthutsend en zegt alles over de invloed van een dominante moeder en drie zussen en een analfabetische vader die weggepest werd.
Een pracht van een bundel, waarin de diepe tragiek van een katholiek Iers gezin aan het begin van vorige eeuw komt boven drijven.

Maeve Brennan (1917 – 1993) verhuisde met haar ouders in 1934 naar Amerika, waar ze als journaliste onder andere voor The New Yorker werkte. Die eerste zeventien Ierse jaren achtervolgden haar de rest van haar leven. Ze schetste het bekrompen en verstikkende Ierse katholieke milieu in deze verhalen die oorspronkelijk in 1969 werden gepubliceerd. Na haar dood werd ze vergeten, tot Atheneum – Polak & van Gennep ‘De twaalfjarige bruiloft en andere verhalen’ opnieuw heeft laten vertalen door Rosalien van Witsen en er door Charlotte Schrameijer een dertiental bijzondere illustraties bij heeft laten maken.

mei 2018 – Marjet Maks

1 Reactie

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.