
Schrijfwedstrijd 2025: Weekwinnaar 7
Vandaag maken we de zevende weekwinnaar van onze schrijfwedstrijd bekend. Dat is geworden: Jan-Robert Vanderaa met zijn verhaal De laatste vlam. Van harte gefeliciteerd Jan-Robert!
Lees hieronder het winnende verhaal van deze week.
De laatste vlam
© Jan-Robert Vanderaa
De kamer was koud en vochtig. Het rook naar urine en verval. Alle magie was verdwenen. De oorlog had het allemaal weggeschroeid, met raketten, drones, glijbommen en andere vernietigingswapens. Mara zat op een krukje, starend naar haar laatste bezittingen: een pistool met nog één kogel, een stompje kaars en één lucifer. Het pistool drukte zwaar in haar hand. Ze had de kogel voor zichzelf bewaard. Een laatste restje moed, één ruk aan de trekker en de ellende zou eindigen. Dan was het gedaan met alle honger, kou en het zinloos wachten op redding. Ze spande de haan met haar duim. Het metaal voelde koud tegen haar slaap.
Toen klonken buiten voetstappen, eerst een eind weg, daarna onmiskenbaar naderend. Haar adem stokte. Ze draaide het wapen naar de deur. Een oude reflex ontwaakte: de kracht van een overlever. Eén kogel, één kans om een indringer neer te schieten. Wat naderde, droeg een zaklantaarn. Het licht brak door de besmeurde ramen. Het gleed door de kamer. De lichtbundel trof de foto’s aan de lege koelkast.
In de dansende lichtstraal herkende ze het lachende gezicht van haar man. Herinneringen overmanden haar. Ze zag zijn gezicht zoals hij haar die laatste nacht had aangekeken. Ze voelde opnieuw de tederheid van zijn handen op haar huid, de warmte van hun lichamen, de geur van koffie. Een golf van heimwee verdreef de werkelijkheid, al was het maar voor een moment.
Haar ogen gleden naar de muur. Daar hing nog een kalender, met daarop de datum van zijn laatste verlof aangekruist. Het was het weekend van de foto, enkele dagen vóór zijn dood. De kalender en de foto staarden haar aan als stille getuigen. Die nacht lag al meer dan drie maanden achter haar. Ze voelde haar buik, nauwelijks merkbaar, maar anders. Het besef viel als een steen in een vijver. Sindsdien bleef haar cyclus uit. Misschien droeg ze iets in zich: een wezen, het laatste wat er nog van hem over was.
Opeens leek het pistool een vreemd voorwerp. Ze stak het in haar riem. Haar hand zocht de lucifer. De keuze die ze maakte voelde niet zwak, maar krachtig. Het was een beslissing. De voetstappen konden van een redder komen of van een monster. Ze wist het niet. In beide gevallen brachten ze hoop, misschien niet voor haarzelf, maar voor dat ongeboren leven.
Vastberaden streek ze de lucifer af. De vlam danste aarzelend maar levend. Ze hield hem tegen de pit van de kaars. Het licht vulde de kamer met een warme gloed. Ze bleef zitten, haar handen om haar buik gevouwen. De voetstappen kwamen dichterbij. Ze zou zich laten bevrijden of gevangennemen. Ze zou niet schieten. Ze zou wachten. In haar groeide misschien de laatste vlam van haar toekomst. Buiten stopten de stappen. Een stem klonk, schor maar menselijk: ‘Hallo? Is daar iemand?’
Mara glimlachte, tranen op haar wangen. De kaars brandde. Het pistool bleef onaangeroerd. Ze koos voor het leven en de hoop dat de magie zou terugkeren.
Over de auteur:
In de luwte van het ruisende Zoniënwoud schrijft Jan-Robert Vanderaa fantasyverhalen voor het nageslacht. Zijn woorden vergezelt hij met beelden, geboren uit vijftig jaar pentekeningen, schilderijen, etsen, schetsen, krabbels en foto’s, die hij via nieuwe technieken tot leven wekt.
Laat een reactie achter