Recensie van ‘De Langeafstandloopster en andere verhalen’ van Grace Paley
Het draait om de toon, niet om het plot.
Door Stef Smulders
Het eerste, korte verhaal uit de bundel ‘De Langeafstandsloopster’ van Grace Paley las ik in een inkijkversie op het internet. Het is een knettergekke vertelling vol met absurde, komische wendingen en ik was meteen verkocht. Het verhaal, ‘Behoeftes’, begint zo:
“Ik kwam mijn ex-man op straat tegen. Ik zat op de trap van de nieuwe bibliotheek.
‘Hallo, m’n leven,’ zei ik. Ooit waren we zevenentwintig jaar getrouwd geweest, dus dat kon wel, vond ik.
Hij zei: ‘Wat? Wie z’n leven? Het mijne in elk geval niet.’
Ik zei: ‘Ook goed.’ Bij echte meningsverschillen ga ik niet in discussie.’”
Grace Paley was in haar leven, ze stierf in 2007, in de eerste plaats een activiste die streed voor vrouwenrechten en vrede. Als schrijfster liet ze een beperkte collectie verhalen achter, waarin het onrecht in de wereld wel beschreven wordt, maar een polemische toon en pamflettistisch moralisme gelukkig achterwege blijven.
Na lezing van de hele bundel moet ik helaas zeggen dat niet alle verhalen van hetzelfde kaliber zijn als het openingsverhaal. Het lezen van de meeste verhalen van ‘De Langeafstandsloopster’ bleek een moeizame ervaring. De schrijfster maakt het de lezer niet gemakkelijk en lapt eigenlijk alle regels die er over de kunst van het vertellen bestaan aan haar laars. In veel gevallen is het niet duidelijk waar het in een verhaal om draait, wie de protagonist is of wat hij of (meestal) zij wil, wat het streven is, waar het conflict zit. Eigenlijk zijn het meer schetsen of monologen. In de, meestal positieve, Engelstalige kritiek wordt Paley dan ook niet geroemd om haar verhaaltechnische talent maar om haar ’stem’. Of liever: de manier waarop ze de inwoners van de New Yorkse wijk The Bronx een authentieke stem heeft weten te geven. In haar voorwoord zegt Nina Polak: ‘Hoe deze figuren en hun omgeving eruitzien is minder belangrijk voor Paley dan hoe ze klinken. De motor en de materie van haar verhalen bestaan niet zozeer uit plot, maar uit stem en toon.’
Voor een niet-Amerikaan is dit moeilijker te waarderen, ook als hij of zij de verhalen in het origineel zou lezen, laat staan in vertaling, hoe goed ook. De nuances waar het in de tekst om gaat ontgaan je als non-native gewoon. Misschien zouden de verhalen het wel goed doen als ze zouden worden geacteerd? Ze lijken er mij uitstekend voor geschikt.
Ondanks het bovenstaande valt er toch wel wat te genieten in de verhalen. Zo af en toe komt Paley voor de dag met een rake vergelijking of een geniale spottende opmerking:
‘Ten gevolge van armoede, hoge intelligentie en de vroegtijdige verschijning van een grote hoeveelheid zachte haartjes op zijn gezicht en in zijn kruis was mijn vriend Jack bij het krieken van zijn twaalfde jaar al een onmiskenbare marxist en freudiaan.’
‘De Langeafstandsloopster’ is een bundel verhalen die je misschien het best in het origineel kunt lezen om van de taal en de toon van de personages te kunnen genieten, al is daar een goede kennis van het Amerikaans-Engels voor nodig.
Uitgever: Atlas Contact, LJ Veen Klassiek
Auteur: Grace Paley
Vertaald door: Janneke van der Meulen
Nederlands 1e druk
ISBN: 9789020415384
juni 2017
192 pagina’s