Recensie verhalenbundel ‘Jerrycan’ van Joep van Helden.
Intrigerende verhalen die zowel grimmig als zachtaardig zijn
Door Marjet Maks
De twaalf verhalen van debutant Joep van Helden in zijn zojuist verschenen bundel ‘Jerrycan’ verrassen met hun rijke beeldtaal en bijzondere stijl. De toon is zowel grimmig als zachtaardig en dit contrast maakt deze verhalen menselijk en verontrustend.
De onderwerpen zijn divers maar hebben een duidelijke samenhang zoals de personages, meestal tieners. Het zijn vaak jonge adolescenten die naar zichzelf zoeken of naar hun plaats binnen een groep. De verhalen spelen zich af tegen diverse, niet alledaagse achtergronden, zoals bijvoorbeeld een jachtwerf, een naargeestige steeg, een blijf-van-mijn-lijfhuis, een tropisch zwemparadijs, een schoolplein of een woonboot in ijzig koude setting.
Het eerste verhaal ‘Wesp’ zet de toon en na herlezing raakte het me. De jongen Chelsey voelt een innerlijke strijd om iets goeds te willen doen, maar uiteindelijk kan hij het niet. Na zes maanden komt hij uit de jeugdgevangenis en gaat weer bij zijn oom wonen die een jachtwerfje heeft en sleutelt aan motorboten. Missane, het vriendinnetje van vroeger komt langs. Chelsey heeft een hanger van een wesp voor haar gekocht, om zijn gevoelens aan haar te tonen, maar durft de hanger niet te geven. Alles lijkt erop dat de mensen om hem heen Chelsey vertrouwen, en hij moet dat waarmaken en dat gaat hem slecht af. Hij heeft namelijk geen enkel vertrouwen in zichzelf.
Het verhaal ‘Het verplaatsten van bomen’ raakte me in de zin dat het zo herkenbaar is. Tieners spelen hier de hoofdrol, tieners die andere dingen zeggen dan ze denken of willen. Ze willen erbij horen, maar hoe doe je dat als moordende kritiek loert?
“Om de hoek hing Julian op de stang van
zijn mountainbike. Zijn haar was rood als de veren van een ara. Hij zag Kiara
en keek naar zijn telefoon, naar de razende wolken en, uiteindelijk, naar de
wielen van haar skeelers.’
‘Ik denk dat ik onvoldoende sta voor Techniek,’ mompelde hij.
‘Techniek heeft niks te maken met techniek.’
Zijn mond weerspiegelde het stukje in jongens dat is opgeblazen of afgetroefd.”
‘Het lijden van alles’ begint met deze veelzeggende zinnen: “De oprichting van Georgi’s calamiteitenschoon-maakbedrijf was onvermijdelijk vanaf het moment dat een aap met lange armen een aap met korte armen een klap gaf. Er volgde een slopend proces van het prikken met stokken, het gooien van stenen, het slingeren van stenen, het spannen van bogen, het schieten van kogels, het lanceren van raketten en het bombarderen via satellietverbinding. Toen mensen gewend waren aan het failliet van afstand en op grote schaal intercontinentale vluchten boekten, plakten jongeren tatp met ducttape onder hun trui en bliezen zichzelf op.” De lezer wordt deelgenoot van de eenzaamheid van de gevoelige zachtaardige Georgi, die de omgeving opruimt na een terroristische aanslag en seks heeft met Bezi, zijn medewerkster. Tot zij ander werk vindt en hij het nakijken heeft.
‘De rondvaartboot’ is geen gemakkelijk verhaal maar geeft sterke beelden van kou en armoede. Met korte stotende zinnen wordt een heel leven blootgelegd van een echtpaar met een boot op een bevroren rivier…
“Sneeuw bedekte het huis. De
kat had rijp op de vacht. Nor zat, nam de kat op schoot. Het was klaar, wist
ze. Ger dacht dat het zonder geld voor lucifers klaar was en dat de boot naar
Jut zou gaan. Een man als Jut haalde het als er een boot was. De kat hijgde.
‘Ik geef het een week. Dan komen de toeristen.’
Ger lachte, keek naar Nor, stopte. ‘Het vriest.’
‘Een week,’ zei ze. Ze gokte ook, ze kon het niet alleen.”
‘Scarfader’ verwijst naar de wondzalf die de hoofdpersoon van dit verhaal op de wonden op haar hoofd moet smeren. Het begint in een blijf-van-mijn-lijfhuis met een ruzie tussen de vrouwen. Kim krabt zich ongelukkig aan haar hoofd en wordt ‘uierkop’ genoemd, een naam die haar diep grieft. Ze snakt naar erkenning, vriendschap en aanraking en gaat uiteindelijk terug naar haar eveneens zwaar getraumatiseerde man. Maar met een laatste twist neemt ze toch weer het heft in eigen hand.
In ‘[Kaiser]’ wordt een momentopname beschreven van een onder spanning staande vriendengroep die samen gamet. Het verhaal is geschreven vanuit verschillende korte ik-perspectieven, zodat de lezer een compleet beeld krijgt van de gebeurtenis waar het verhaal mee begint. Ook de moeder van een van de jongens, Kaiser, krijgt een stem die veelzeggend is over wie haar kind is: “Vanaf het terras achter ons huis zie ik hem in zijn opschepperige schoenen over het grind lopen, de schaduwen van zijn puistjes lijken stoppels, maar uit de kraag van de bodywarmer steekt een kinderhals.”
‘Het leven van Martin Kobe’ is een zacht verhaal over een gevierd kunstenaar. Hij krijgt een stagiaire die hem zal helpen bij zijn grote doeken die kapotgeschoten gebouwen voorstellen; de kunstenaar komt uit Dresden. Hij laat de stagiaire langzaam zijn plaats innemen en kijkt daar later met tevredenheid op terug.
De verhalen van Van Helden verschenen eerder in literaire tijdschriften zoals ‘De Gids’, ‘Deus ex Machina’ en ‘Tirade’ De auteur ontving het C.C.S. Crone Stipendium en volgens de jury is Joep van Helden ‘een onmiskenbaar talent op de korte baan. Zijn zinnen zijn trefzeker. Zijn verhalen intrigeren, zijn zorgvuldig opgebouwd en zitten doorwrocht in elkaar.’ Van Helden voelt zich vrij om te experimenteren en dat levert stuk voor stuk sterke verhalen op, die soms niet in een keer te doorgronden zijn. Maar het is geen straf om ‘Jerrycan’ twee keer te lezen om de prachtige zinnen en diepere laag van ieder verhaal nog beter door te laten dringen.
Uitgever: Atlas Contact
Auteur: Joep van Helden
Nederlands Paperback
ISBN: 9789025454661
Druk 1: 25 januari 2022
176 pagina’s