Schrijfwedstrijd 2022: Weekwinnaar 10 is Jim van Mourik
Vandaag kunnen we de tiende en laatste weekwinnaar van onze schrijfwedstrijd bekendmaken. De eer gaat naar Jim van Mourik. Hij schreef een pakkend verhaal met een verrassend slot.
Lees hieronder het winnende verhaal:
Door het raam
© Jim van Mourik
Met alle kracht die ik in me heb, trek ik me omhoog aan de beugels bij de wc. Mijn benen trillen onder het gewicht van mijn lichaam, ook al weegt dat nog maar een fractie van wat het vroeger deed. Ik haal diep adem en blijf staan zodat de zuster mijn billen kan schoonvegen, voordat ik me omdraai en me in de rolstoel laat vallen. De zuster trekt de wc door en rijdt me naar de zithoek van mijn kamer. “Veel plezier vandaag,” zegt ze, en ze loopt naar de volgende bewoner.
Plezier. Af en toe hoor ik de bel van de ijscowagen voor de kinderen in het dorp. Ik zou ze door het raam kunnen zien als mijn ogen me niet in de steek hadden gelaten. Nu kan ik me alleen maar voorstellen hoe kinderen elkaar verdringen voor een ijsje, of hoe verliefde pubers elkaar hun ijs laten proeven op een bankje in het park.
Mijn kamer in het verpleegtehuis is klein en donker. Er staan twee stoelen, een bijzettafeltje en een tv, een eettafel met twee stoelen en een bed. Ik heb nauwelijks persoonlijke spullen meegenomen. De maatschappelijk werker had een paar foto’s uit mijn woning op het bijzettafeltje gezet. Van mij had het niet gehoeven.
Ik pak de foto’s één voor één vast. Ik kijk naar mijn vader met zijn strenge blik. Mijn moeder met haar opgestoken haar en een lange rok. Onze trouwfoto. Ik was nog jong. Wat was ik mooi toen: lang, slank, lange haren. Op de foto sta ik rechtop en kijk ik opzij naar de man die naast me staat. Ik in een eenvoudige jurk, hij in een donkergrijs pak. Mijn man kijkt stuurs de camera in. Zelfs in zwart-wit zie ik de intense blik in zijn donkere ogen. Er glijdt een koude rilling over mijn rug.
Toen dacht ik nog dat we gelukkig zouden worden. Hij zou hard werken zodat we een groot gezin konden stichten. Zo spraken we nog in die tijd. Maar het liep anders. Zelfmoord. Door het raam gesprongen. Dat was de conclusie van het onderzoek.
Ik slik de bittere smaak weg. Het is tenslotte, zeggen ze, een feestelijke dag.
Vanmorgen waren twee meisjes mijn kamer komen versieren. Er hangen slingers en ballonnen met het getal 100 erop. De meisjes hadden taart op tafel gezet. Ze vertelden dat vrijwilligerswerk tegenwoordig verplicht was op de middelbare school.
Mijn verjaardag als corvée.
Om elf uur precies komt het gezelschap mijn kamer in. De directrice van het verpleegtehuis, de burgemeester en een journalist van de lokale krant. De twee meisjes van vanmorgen zijn er ook bij. “Gefeliciteerd,” roept het gezelschap met een blije stem. De meisjes delen taart uit. De burgemeester legt een bos bloemen op mijn schoot en zegt iets over mijn honderdste verjaardag. Wat hij precies zegt ontgaat me.
Dan vraagt de journalist: “Wat is uw geheim?”
Ik knijp mijn ogen samen en kijk hem aan. Mijn lichaam verstart. “Mijn geheim?”
Het is nu meer dan zeventig jaar geleden, maar ik zie het voor me alsof het gisteren was, nog elke dag. De ziedende blik in zijn ogen. Ik hoor de vernederende woorden die hij schreeuwt. Ik ruik zijn stinkende adem. Ik voel mijn linkerwang gloeien. Ik zie het raam achter hem openstaan.
“Het geheim om zo oud te worden,” lacht de journalist vriendelijk.
Ik pers mijn dunne lippen in een zo lief mogelijke glimlach. “Niet drinken,” antwoord ik. “En niet over je heen laten lopen.”
Het kostte nauwelijks kracht. De drank had hem verslapt.
Ik had het veel eerder moeten doen.
Over de auteur:
Jim van Mourik (Woerden, 1993) is jurist en onderzoeker. Daarnaast schrijft en vertelt hij verhalen.