Recensie verhalenbundel ‘Lijtje’ van Harmen van Straaten
Lichtvoetig en liefdevol portret van een dementerende moeder
Marjet Maks
De eigenzinnige en zelfstandige moeder van Harmen van Straaten is de hoofdpersoon in Lijtje. Ze is bijna honderd en woont in een zorgvilla, maar voor ze daar in wilde, had dat heel wat voeten in de aarde. In korte hoofdstukjes met sprekende titels als ‘Het haar van Willeke Alberti’, ‘Achter op de fiets bij Dick van Dijck’ of ‘Mijn vader reist per luchtballon’, komen er anekdotes voorbij uit het leven van Lijtje, vermengt met herinneringen en aanvullingen van Harmen van Straaten.
Het is een mooi tijdsbeeld wat geschetst wordt, want op jonge leeftijd in de jaren vijftig raakte Lijtje ongewenst zwanger van de verkeerde man en voedde ze haar dochtertje alleen op, terwijl ze voorzag in haar eigen levensonderhoud. Ze huurde een kamer in een pension. ‘”Nou dat had je goed geregeld, hoor,” zeg ik. “Alleenstaande ongehuwde moeder. Een vader die niks betaalde.”
“Geen cent,” zegt mijn moeder. […] “Je moet doen wat je hand te doen vindt,” antwoordt ze.’ Een gevleugelde uitspraak, die vaker langs komt. Toen ze Van Straaten ontmoette, viel ze als een blok voor hem en ze trouwden. Meteen mocht ze ook niet meer werken, wel kreeg ze nog eens vier kinderen. Het was een vrolijk gezin, vrij van geest. Ze zongen veel samen. Moeder Lijtje kocht Nederlandse literatuur en las poëzie, gedichten die ze nu nog steeds uit haar hoofd declameert.
Na het vinden van een familiefoto waarop al Lijtjes ooms en tantes, over wie thuis zelden gesproken werd, staan, confronteert de auteur zijn moeder met herinneringen, ‘Met mijn moeder ben ik aan de hand van die foto’s over vroeger gaan praten. We zijn naar plekken van vroeger gegaan en met mijn herinnering en die van haar konden we samen de verhalen weer rond maken.’ Soms gaat er een luikje open, soms doet ze alsof ze het nog weet en soms is moeder verrassend helder en komt met zinnige aanvullingen. Deze afwisseling maakt Lijtje zo herkenbaar en ontroerend voor lezers met dementerende ouders.
Mooie rode draad is de voetbal, want voetbal speelde een rol in het gezin. Van Straaten beschrijft hoe hij in zijn jeugd een blauwe maandag (zeer matig) voetbalde. Hij is illustrator en auteur geworden, net als zijn ooms Peter en Gerard, ook zijn vader tekende niet onverdienstelijk, maar die verbinding legt zijn moeder niet meer. Nu denkt Lijtje dat haar zoon een bekende topvoetballer is bij Sparta:
‘”Wat geweldig hè!” zegt ze opeens uit het niets.
Ik kijk haar vragend aan. “Wat is er geweldig?”
Mijn moeder kijkt me verbaasd aan. “Dat je die belangrijke baan bij Sparta hebt. Ik kijk elke dag naar tv of ik je zie, maar ik zie je nooit.”
“Bestuursvergaderingen,” zeg ik vlug. “Het zijn heel drukke tijden in het betaald voetbal.”’ Van Straaten heeft geleerd om met zijn moeder mee te praten en dat is vaak hilarisch.
Moeder en zoon voeren eenvoudige gesprekken: ‘op stand wonen’ en ‘deftig zijn’, zijn terugkerende onderwerpen. Opvallend is hoe warm en liefdevol Van Straaten schrijft over zijn afhakende moeder, terwijl de druk en frustratie van de mantelzorg, die hij samen met zijn zus doet, in kleine bijzinnen ook duidelijk wordt. Dat die frustratie wat onderbelicht blijft, is enerzijds een verdienste, anderzijds blijft het verhaal daardoor wat aan de oppervlakte.
Harmen van Straaten is illustrator van een brede reeks kinderboeken en hij schreef ruim 50 boeken voor alle leeftijden. Van prentenboeken voor de allerkleinsten tot romans voor 15-jarigen en ouder. Vertalingen van zijn werk worden o.a. in Duitsland, België, Korea, Japan, Frankrijk, Noorwegen, Zweden en Denemarken uitgegeven.
Auteur: Harmen van Straaten
Uitgeverij Lev.
Nederlands Hardcover
ISBN: 9789400518216
Druk 1: oktober 2024
144 pagina’s
Laat een reactie achter