
Recensie verhalenbundel ‘Tussen de Mazen’ van Mariska Kleinhoonte van Os
Uit het leven gegrepen
door Marjet Maks
Mariska Kleinhoonte van Os is acquirerend redacteur Nederlandse fictie bij uitgeverij Atlas Contact. Ze maakte dit jaar haar debuut met de verhalenbundel Tussen de Mazen, uitgegeven bij Van Oorschot. De dertien korte verhalen in deze debuutbundel zijn niet heel vrolijk. De protagonisten zitten steevast gevangen in hun wereld van eenzaamheid, verlies of ziekte, als het ware beklemd tussen de mazen van een net. Niet echt vrolijk, maar wel sterk.
Een vrouw die na een borstamputatie een nieuwe bh koopt en voor het eerst zichzelf in de spiegel van een paskamer bekijkt. Een asielzoeker die door het systeem onbereikbaar wordt voor zijn Nederlandse vriendin. Een fysiotherapeut die een baby van zijn behandeltafel laat vallen en, getraumatiseerd door het voorval, nooit meer aan kinderen durft te beginnen. Mr. Sheng, een tourguide, die aimabel is naar zijn toeristen, maar thuis zijn vrouw mishandelt. Een vrouw die haar dochter veel te jong verliest en daar schijnbaar emotieloos op terugkijkt. Een dochter die haar dementerende vader naar een verpleeghuis moet laten gaan of een oude vrouw met haar zieke en moddervet gevoerde teckel, die ze niet wil laten inslapen.
Het zijn zware en alledaagse thema’s die Kleinhoonte van Os aansnijdt. Vaak begint ze met een sterke binnenkomer om na een krachtig neergezette scene het verhaal met een soms verbluffende uitsmijter weer te verlaten. Haar schrijfstijl is helder en soms wat zakelijk, zoals de laatste alinea van Polaroid, waarin een vrouw haar broer niet meer kan bereiken: ‘Een visser en zijn maat vinden een hand verstrikt in de mazen van een groot leefnet. Er blijkt een lichaam aan vast te zitten. De huid is wit en zacht, maar hij is het, onmiskenbaar. Het telefoontje komt opnieuw van mijn vader. Wat volgt is administratie. Alle emotie wordt afgeboekt. We zijn een gezin min één, en regelen alles tot in de puntjes. Alsof het nog niet te laat is. Ik vraag de muizige vrouw die de verzorging op zich neemt of we hem nog kunnen zien. Ze aarzelt, raadt het ons af en zegt: “Herinner je hem als de broer die hij was. Hij had vast prachtige krullen. Net als jij.”’
Ook het verhaal De zee, waarin een moeder na een zware bevalling en een moeilijk begin 28 jaar later haar dochter verliest, is tamelijk sec geschreven, niet sentimenteel of larmoyant en juist daardoor weet Kleinhoonte van Os de lezer te raken: ‘Ergens binnenin haar is iets afgestorven, een vat met teer dat leegloopt tussen haar ingewanden. Als er zwarte tranen uit haar ogen zouden komen zou ze niet verbaasd zijn. Ze weet niet hoelang ze daar al staat, de kaars is nog aan. De intimi mogen hier afscheid komen nemen maar vooralsnog is ze alleen. Maar echt alleen is ze niet, zolang haar lichaam nog hier is, dat lichaam dat uit haar geboren werd. Over vier maanden, op haar verjaardag, zullen ze haar as verstrooien, datgene wat er van haar zachte lijf is overgebleven. Kon ze maar de omgekeerde beweging maken, terug de buik in.’
Daarnaast dwingen de vele prachtige metaforen bewondering af en worden de verhalen nooit té zwaar. Zoals: ‘het witte stofkapje bungelt als een sprakeloze snavel onder zijn kin’, of:‘Ik keek naar zijn gerimpelde, zachte handen die voor hem naast elkaar op tafel lagen. Ontspannen, met de handpalmen naar beneden maar lichtjes gebold, alsof er twee hamsters onder schuil gingen. De houding die ik vroeger op pianoles leerde.’
De verhalen zijn beeldrijk en verbeeldingsrijk met onderwerpen die uit het leven gegrepen zijn. Toch zijn niet alle verhalen even goed. Soms is er een té abrupte overgang in tijd, is de informatie iets te summier, of is de verhaallijn juist té uitgesmeerd, zoals in Oom Karel.
Ibis is een van de meest aangrijpende verhalen. De schrijfster verplaatst zich in een man met een burn-out die leidt tot een psychose. ‘In zijn hoofd gaat de schommel van hoog naar laag. Een kleine jongen met mollige knieën en blonde haren klemt zijn vingers stevig om de piepende kettingen. ( …) Hij wordt langzaam licht in z’n hoofd. Zijn benen zijn niet langer meer van hem. Zijn wangen hangen bloedeloos aan zijn gezicht geplakt. Laag is alles moeilijk, donker, zwart. Een gewatteerd pak omhult hem. Niks dringt nog door van zijn omgeving. Zijn blik keert zich naar binnen, hij wil wel schreeuwen maar is daar niet toe in staat. Als hij valt, valt hij hard, verwondt hij zich aan zijn eigen scherven.’
Debuteren met een verhalenbundel, is helemaal niet zo gemakkelijk, maar Mariska Kleinhoonte van Os levert het bewijs dat ze haar vak verstaat. Hopelijk is deze bundel het begin van een indringende schrijfcarrière.
Auteur: Mariska Kleinhoonte van Os
Uitgeverij Van Oorschot
Nederlands Paperback
ISBM: 9789028251298
druk 1: februari 2025
128 pagina’s
Laat een reactie achter