Recensie ‘Halleluja’ van Annelies Verbeke

Recensie van de verhalenbundel ‘Halleluja’ van Annelies Verbeke

*** (drie sterren)

Goed, maar niks geen halleluja

Door Remko Meddeler

Negen! Dit jaar werd de hooggeachte jury van de J.M.A. Biesheuvelprijs van slechts negen verhalenbundels enthousiast. Dat stemt de recensent van een korteverhalenwebsite natuurlijk droef. Desalniettemin werd het winnende ‘Halleluja’ van zuiderbuurvrouw Annelies Verbeke met veel zin en graagte opengeslagen. De winnaars van de voorgaande edities waren immers met opperste instemming uitgelezen. Ook fijn, uitgever is De Geus, dus een goede boekverzorging is gegarandeerd. Halleluja?!

Nee, want veel van wat Verbeke schrijft is van een te ongrijpbare schoonheid. De opzet en de onderwerpen van de vijftien verhalen zijn verrassend en origineel. Ze gaan over een alwetende huilbaby, een pretparkfluitist, een schrijvende beer (of zoiets), een impotente en homoseksuele bodybuilder of een muzikaal echtpaar dat naakt over de Serengeti dwaalt. Geweldig bedacht, maar de zinnen zijn soms zo zweverig dat je ze herleest en nog eens, of besluit ze gewoon maar over te slaan. ‘Ze heeft zich laten schaden uit oeverloze nieuwsgierigheid. Uit liefde. En het gevoel ongenaakbaar te zijn, beseft ze met een schok, de waan ongenaakbaar te zijn.’ Dus.

En dat je lichaam je na het douchen zal belonen ‘met een warme omkapseling van harmonische energie en welbevinden’, het zal wel. De gedachten zijn al bij het boodschappenlijstje van morgen. Tuurlijk, ook een kort verhaal mag de lezer doen denken, fronsen en beseffen dat het leven niet eenvoudig is, maar we lezen toch ook voor ontspanning, voor een fijne vlucht uit deze wrede wereld?

De Geus – die er goed aan doet het losse omslag te vervangen door een leeslint, maar dat terzijde – prijst ‘Halleluja’ aan als een bundel ‘verhalen die lang bij je blijven’. Het is zeker waar dat Verbeke hier en daar eeuwig geldende wijsheden noteerde. Mooi is de doodgraver die spreekt tot de schrijver die hem vraagt ‘Moet ik mezelf van kant maken of zo?’ met het ontkennende ‘Ik heb meer dan genoeg werk. En ik kan je met zekerheid zeggen dat het zonder haast snel genoeg gaat.’

En zo is er nog veel moois te vinden, als de lezer ervoor wil werken tenminste. ‘Al dat lezen. Hij was er zeker van dat het hem goed had gedaan, dat het hem door elkaar had geschud en doen denken, met begrip had getroost, met nieuwe inzichten had gevoed, maar soms, nu bijvoorbeeld, dacht hij ook: al die uren.’  Uren die je ook kunt gebruiken om een andere verhalenbundel warm te omkapselen.

1 Reactie

  1. Erg jammer! Misschien loont het dan de moeite de andere genomineerden ook te lezen en bespreken om te zien of de jury het misschien bij het verkeerde eind had?

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.