Recensie: ‘Een onbekende vriend’ van Michel Krielaars
Genieten van andermans ellende
**** (vier sterren)
Door Remko Meddeler
‘De Russen! Ach ja, de Russen…’ Een ieder die meent iets van de wereldliteratuur te weten las de romans Dode zielen van Nikolaj Gogol, Oorlog en vrede van Leo Tolstoj en Misdaad en Straf van Fjodor Dostojevski. Natuurlijk ook wat korte verhalen van Ivan Boenin, Anton Tsjechov en Andrej Platonov. Misschien zelfs enige poëzie van Marina Tsvetajeva en Aleksandr Poesjkin. Toch?
De kans op de reactie ‘ja, nou nee, niet alles’ is groot. De Russische klassieken, veelal geschreven in de tweede helft van de negentiende eeuw, zijn nu eenmaal niet zonder drempels te betreden. Je moet zin hebben in een vaak vuistdikke duik in het koude, natte en sombere pre-industriële Rusland. Waarom zou je jezelf willen verenigen met, in de woorden van wijlen Pieter Steinz, ‘de levens van ploeterende provincialen en gedesillusioneerde nostalgici’?
Het antwoord is te vinden in de bundel Een onbekende vriend die Rusland-fan Michel Krielaars in 2018 samenstelde. Hij verzamelde verhalen, gedichten en roman-fragmenten van de, naar zijn mening, 21 beste Russische literatoren. Belangrijker, hij voorzag ze van een korte inleiding. Daarin legt Krielaars haarfijn uit waarom hij gefascineerd is door (de schrijvers uit) ‘dat gigantische land met zijn grote tegenstellingen, zijn autoritaire machtsstructuur, zijn volgzame maar ongekend hartelijke bevolking.’ Hij haat Rusland en hij houdt ervan. Hij wil ernaartoe en hij wil er zo gauw mogelijk weer weg. Want Rusland is, buiten Moskou en een enkele andere grote stad, in al die jaren niet of nauwelijks veranderd. ‘Alles is er kapot, de wegen zitten vol gaten, corruptie tiert op alle niveaus, dronkenschap en lamlendigheid bepalen er de toon van het dagelijks leven.’
Zou dat het prettige zijn van een onderdompeling in de Russische klassieke verhalen, dat je bij voortduring kunt genieten van andermans ellende? Dat je kunt inzien dat je herfstdepressie in het niet valt bij het drama dat bijvoorbeeld Pavel Vladimirytsj overkwam in Michail Saltykovs De familie Golovljov (1880), waardoor hij uitgroeide ‘tot een apathisch, raadselachtig en treurig persoon, die gedoemd was ten slotte geheel dadeloos te worden. Misschien was hij goed, maar hij deed voor niemand iets goeds; misschien was hij ook niet dom, maar hij volbracht in zijn hele leven niet één slimme daad. Hij was gastvrij, maar niemand werd aangetrokken door zijn gastvrijheid; hij gaf graag geld uit, maar nooit was het resultaat van deze uitgaven voor iemand nuttig of aangenaam.’ Daar wordt een lezer toch stante pede gelukkig van?
Natuurlijk is het kunnen zwelgen in de narigheid van een ander niet het enige wat de Russische klassiekers zo aantrekkelijk maakt. De wijsheid van Tsjechov over ouder worden, lijden en geloof is groots. ‘Als God niet bestond, zouden de mensen hem verzinnen.’ Het poëtische woordgebruik van Platonov is fantastisch. ‘Hoe zwaarder een ding is, zo stelde Makar zich vergelijkenderwijze steen en dons voor, hoe verder het vliegt als je het gooit; dus zit ik als extra baksteen in de trein zodat hij Moskou kan halen.’ En dan hebben we het nog niet eens gehad over de typische, venijnige, onderkoelde Russische humor in bijvoorbeeld Ivan Gontsjarovs Oblomov.
Het is terecht dat de uitgeverij Een onbekende vriend ‘voor sommigen een feest der herkenning, voor de meesten een heerlijke kennismaking die smaakt naar meer’ noemt. Maar daar raakt ze ook aan een minpunt. Krielaars kwam ogenschijnlijk in een dermate feestelijke roes terecht dat hij steeds lyrischer werd over de Russische literaire pracht. Er bleek geen plaats voor kritiek in deze bundel. Bovendien doet het fragmenteren van romans veel af aan hun complexe grootsheid. Het is fijner om er langzaam ingezogen te worden. Voor mooie stukken van beperkte omvang kan men immers beter in dat andere genre terecht: dat van het korte verhaal.
Auteur: Michel Krielaars
Uitgever: Uitgeverij van Oorschot
ISBN: 9789028282025
juni 2018 Paperback
480 pagina’s