Recensie ‘Paarden vliegen businessclass’ van Olaf Koens

Recensie van ‘Paarden vliegen businessclass’ van Olaf Koens

 

‘Hoe meer je van mensen weet, hoe meer je van dieren gaat houden’

Door Marjet Maks

Olaf Koens is journalist en correspondent voor RTL-nieuws voor het Midden-Oosten. Deze herfst publiceerde hij zijn derde boek, de verhalenbundel Paarden vliegen businessclass. In deze bundel schetst hij in dertien verhalen een wereld waar wij, lezers in het vrije westen, weinig idee van hebben. Met een lichte, luchtige stijl schrijft Koens over zijn ervaringen met mensen en dieren in het Midden Oosten.

In Torenvalk wordt een torenvalk met een GPS tracker in Turkije gesignaleerd en gezien als een spion. De torenvalk wordt gevangen gezet in een politiecel. Koens praat met ornithologen en zoekt uit waarom de valk een tracker heeft. Net als de ooievaar uit Hongarije in het verhaal De ooievaar, die een lange weg gevolgd wordt tot hij ergens in Egypte strandt en de tracker wordt teruggestuurd. Het is belangrijk om te weten hoe en waarlangs vogels trekken. “De schade aan vliegtuigen is met 76 procent afgenomen sinds de Israëlische luchtmacht de routes van de vogeltrek precies kent. We sparen de levens van piloten, en van vogels natuurlijk.”

In het verhaal De gier raakt een gier verstrikt in de oorlog van Syrië. Hij wordt gevangen genomen, verzorgd en teruggebracht naar een reservaat in Haifa zodra de papierwinkel op orde is. Ondertussen wordt de oorlog even on hold gezet. Koens probeert te achterhalen waarom een gier of een adelaar gered wordt uit de handen van terreurbewegingen als Islamitische Staat, Hamas of Hezbollah.

Het verhaal Het paard verklaart de titel van de bundel. Kosten noch moeite worden gespaard om paarden die een fortuin waard zijn twee keer per jaar tussen Saoedi-Arabië en Nederland te laten vliegen. In de zomer is het te warm om in de woestijn met de paarden te racen, in Nederland kunnen ze in de zomer gewoon in training blijven.

Ook de dromedarissen in Qatar leveren een bijzonder verhaal op. Puissant rijke oliesjeiks, wonen in steden; ze rijden in de nieuwste 4×4, hebben de laatste iPhone en bezitten soms honderden dromedarissen. Deze dieren worden goed verzorgd door migranten, Pakistanen of Somaliërs, die tussen de dieren slapen. Dromedarissen worden beoordeeld aan hun lippen, vacht en bloedlijn. Belangrijk criterium is dat de dromedaris een afstammeling is van de kudde die tot hun nomaden-voorouders behoorde; in zo’n geval wordt er grof geld betaald voor een dromedaris. Vervolgens wordt hij gebruikt om mee te racen in de woestijn. Veel van dergelijke dierenliefde heeft te maken met voorouderverering, de religie en het verleden dat verdwenen is.

Een beloega is een soort dolfijn, en in het gelijknamige verhaal is dit grote witte zoogdier ontsnapt uit een Russisch onderzoekscentrum waar ze getraind en gebruikt worden om mijnen en torpedo’s op te sporen. Deze beloega belandt in de Zwarte Zee en woont in de haven van de Noord-Turkse plaats Gerze. De vissers dopen hun beloega Aydin. Ze spelen met hem, ze zijn in contact met hem en het is ontroerend om te lezen hoezeer de beloega deel uitmaakt van hun gemeenschap.

Koens schrijft ook over wilde dieren die in gevangenschap leven in dierentuinen in oorlogsgebieden als Gaza, in Cairo of zoals in het verhaal De tijger in Damascus.
“De leeuwen zien er prachtig uit. Vijftienhonderd meter verderop zijn mensen van de honger gestorven, maar de leeuwen in de dierentuin hebben glanzende vachten en zijn goed doorvoed. Ze lopen loom heen en weer in de zon. De hekken zijn goed beveiligd met een stuk gaas, een kooi en nog een reeks pijlers. De dierentuin is opmerkelijk schoon. De rest van Damascus is vuil, overal zie je afval, schroot, plastic. Hier gooien de soldaten zelfs hun sigarettenpeuken in de prullenbakken.”

Soms spreekt Koens met mensen die graag vertellen over dieren die in gevangenschap leven. In het verhaal De baviaan gaat hij met een internationaal team van Four Paws mee naar Gaza om een dierentuin te evacueren. Een niet ongevaarlijke missie die onder leiding staat van de charismatische Egyptische dierenarts Amir Khalil, die door Koens zeer bewonderd wordt.

Er zijn ook mensen die liever niet praten over hun werkzaamheden rond dieren, zoals vogeljagers in Turkije. Zij zijn bang voor dierenactivisten. Zo ook in het laatste verhaal Het varken. Een varkenshouderij in een kibboets in een koosjer land als Israël, roept vragen op. De ondervraagde vrouw benadrukt dat aan de hand van onderzoek bij varkens mensenlevens worden gered. In een andere kibboets worden dieren die slachtoffer waren van de bio-industrie gered en verzorgd. Een land van uitersten.

Natuurlijk draaien al deze verhalen om de vraag waarom dieren wel gered worden uit hachelijke omstandigheden of een beter leven geboden krijgen en mensen vaak niet. Soms wordt daar antwoord opgegeven, heel vaak ook niet. Een verhaal als De tijger geeft een ontroerend antwoord: “Het is angstaanjagend stil in Homs, of wat ervan over is. Op honderden meters afstand hoor ik een paar duiven koeren. Na een tijdje zoeken vind ik een man die op het dak van zijn gebombardeerde huis duiven houdt. Hij verzorgt de vogels alsof het zijn kinderen zijn. Omdat zijn kinderen omgekomen zijn.”

In deze bundel geeft Olaf Koens een sterk beeld weer van een wereld waar veel meer aan de hand is dan alleen het redden van dieren. Hij vertelt over de politieke en sociale situatie in landen als Libanon, Syrië, Turkije, Gaza, Israël, Qatar, Saoedi-Arabië en Jordanië en legt het verhaal achter het dier bloot en de mens met zijn motieven. Hij zet je meermaals aan het denken en zoals zijn vader zegt: Hoe meer je van mensen weet, hoe meer je van dieren gaat houden. En dat is misschien wel de kern van deze prachtige, ontroerende en boeiende verhalenbundel.

Auteur: Olaf Koens
Uitgever: Nijgh & van Ditmar
Nederlands Druk: 1
ISBN: 9789038807102
oktober 2019
Paperback 240 pagina’s