Recensie verhalenbundel ‘Dames in zwaar weer’ van Nienke van Opstal

Recensie verhalenbundel ‘Dames in zwaar weer’ van Nienke van Opstal

Verhalen die beklijven

Door Marjet Maks

Het zal je toch gebeuren dat een uitgever je voorstelt om je verhalen te bundelen en uit te geven. Het overkwam Nienke van Opstal, ze werd benaderd door Lex Jansen van Uitgeverij Magonia en sinds 22 april ligt haar bundel ‘Dames in zwaar weer’ in de boekhandel. Op de kaft prijkt een toepasselijk schilderij van Piet van der Hem (1885-1961).

De bundel bevat maar liefst 22 verhalen waarvan het langste verhaal, ‘Vakliteratuur’ nog geen 5000 woorden telt. Zoals de titel doet vermoeden gaan de verhalen over vrouwen die het zwaar hebben. Ze staan vooral voor dilemma’s: keerpunten in hun leven, acceptatie van een ongelukkige liefde, de dood van een geliefd familielid, of de eigen aanstaande dood, een oude dementerende moeder, een scheiding. Een vrouw overweegt vreemd te gaan met de verkoper van haar auto, een hulp in de huishouding die smetvrees heeft, twee zussen die met veel herinneringen het huis van hun vader opruimen en hopen dat het snel verkocht wordt. Een man met een obsessie voor beeldjes van Indianen drijft zijn vrouw tot waanzin. Of zoals in het verhaal ‘Vakliteratuur’ waarin een vrouw ontdekt dat haar partner niet is wie hij zegt te zijn.

Van Opstal schrijft, lijkt het, moeiteloos, beeldend en zeer toegankelijk. De verhalen zijn niet spannend, maar levensecht en lijken uit het leven gegrepen. De hoofdpersoon, altijd een vrouw, heeft herkenbare problemen en voor ieder verhaal geldt dat voor de eerste alinea ten einde is het verhaal je al in zijn greep heeft. Het is ook zo weer uit. Het zijn miniatuur verhalen die heel goed zijn opgebouwd en met een onderliggende laag die je even tot nadenken aanzet.

Heel veel verhalen zijn vanuit het ik-perspectief geschreven en in sommige verhalen komen dezelfde personages voor. Wat altijd goed werkt en de karakters meer diepgang geeft.

‘Eilandvrienden’ en ‘Sneeuw smelt’ spelen zich af in Amerika waar van Opstal ook een aantal jaren woonde. In ‘Eilandvrienden’ vertelt Ann aan een vriendin, in dit verhaal de ik, dat ze na een lang huwelijk bij haar man weggaat.  In ‘Sneeuw smelt’ verschuift het perspectief naar Ann, en is zij het ik-personage en dat wrijft. De lezer ontdekt dat Ann zich anders voordeed naar de buitenwereld en haar man. ‘Onze levens waren verweven, zóveel meer dan ik had gedacht. Onze zielen leefden weliswaar los van elkaar, maar al het andere was in de laatste halve eeuw tot een bijna onontwarbare kluwen geworden.’

In ‘Andere levens’ werkt Hung, een Aziatische man in een café-restaurant, zijn zuurverdiende geld stuurt hij naar zijn gezin in Vietnam. Iedereen mag hem graag en hij bouwt een bijzondere band op met een klant, de ooit invloedrijke journaliste Alma, die met haar hond Charlie alleen woont. Het gaat niet goed met Charlie en Alma is bezorgd om hem. Desondanks weet ze Hung te bewegen voor zijn gezin te kiezen en hij gaat inderdaad terug naar huis en wordt gelukkig, maar dat hij nooit meer iets van Alma hoort vindt hij vreemd. Een sterk verhaal waarin thematiek als abortus, eenzaamheid en zelfdoding worden aangestipt.

Het verhaal ‘Een dagje aan zee’ raakt in zijn pijnlijkheid. Een stel met twee kleine kinderen is op het strand. Moeder gaat met dochtertje de zee in, vader blijft achter op de handdoek met hun paar maanden oude baby en wordt gadegeslagen door een vrouw die verderop ligt. Door haar ogen zien we het onvermogen van een autistische vader, die niet in staat is met zijn kind in contact te zijn. A ls de moeder even later met ijsjes komt, lijkt het even goed te gaan, maar de wanhopige blik die de moeder met de vrouw wisselt, legt een heel huwelijk bloot.  ‘‘Sst, Anton, toe nou, alsjeblieft, niet nu.’ Ze trekt het kleine mannetje naar zich toe, zet hem een zonnehoedje op en slaat haar arm om hem heen. Het meisje kruipt naast haar, het ijsje smelt sneller dan ze kan likken. De moeder veegt haar kin schoon en kust haar zacht. Het jongetje is snikkend in slaap gevallen, nog een beetje trillend. Net voor ze haar donkere zonnebril opzet, kruisen onze blikken elkaar.’

De verhalen, ‘Vroeger’, ‘Later’ en ‘Nooit meer’ horen bij elkaar. Nina is in ‘Vroeger’ en ‘Later’ de protagonist en vertelt over haar jeugd met de maandelijkse bezoekjes aan haar grootouders in Friesland en moeders zus, tante Annie, die ze in ‘Later’ in San Francisco opzoekt. Nina ontdekt Annie’s geheim, ze heeft kanker en in ‘Nooit meer’ wordt dat geheim verder uitgediept vanuit Annie’s perspectief.  ‘Het was fijn om Nina drie weken bij me te hebben, soms ook lastig; de goedbedoelde adviezen of zeg maar rustig haar gedram. Ze belt bijna iedere dag en klinkt ongerust. Ze wil het aan mijn zus vertellen, maar ik heb gevraagd om even te wachten. Ik probeer een dubbele dosis van de paddenstoelen maar het maakt me misselijk en het doet niets voor de pijn. Mijn buik zwelt op en voelt steeds harder. Ik kruip op de bank en besluit om morgen dokter Wong te bellen. Misschien toch iets sterkers, of alsnog die chemo.’

Met de grote variatie aan thematiek, huwelijk, dementie, kanker, pesten, verraad, eenzaamheid, verlangen en dood zijn de dames in zwaar weer het cement van deze bundel. Stuk voor stuk worden sterke vrouwen opgevoerd die het te verduren hebben, maar zich niet uit het veld laten slaan. Het zijn geen zwaar depressieve verhalen, Van Opstals stijl is luchtig en zeer prettig leesbaar. Fijne verhalen die aan het echte leven zijn ontsproten en daardoor beklijven.