Recensie verhalenbundel Schwung van Wilfried de Jong

Recensie verhalenbundel Schwung van Wilfried de Jong

Gestileerd en een tikje melancholiek

Door Michiel van den Berg

Wilfried de Jong ken ik van zijn theatershows en radio- en televisieprogramma’s, maar nog niet als schrijver. Ligt geheel aan mij, want er verschenen de afgelopen twee decennia al negen bundels met columns en verhalen van hem. Een eerste kennismaking dus. Op de omslag van het goed verzorgde boek staat De Jong op zijn tenen met holle rug en balancerende armen in wankel evenwicht. In zijn hoedanigheid als schrijver is van gebrek aan evenwicht niets te merken. Met Schwung levert hij een vakkundige en onderhoudende verhalenbundel.

De verzorgde stijl van De Jong is een genoegen. Korte zinnen met gepaste beeldspraak. Oog voor het sprekende detail en typerende spreektaal. De Jong weet zo met bondige taal toch levendige beelden op te roepen. Een positief voorbeeld van uitgebeende taal dus. Verwacht aan de andere kant geen taalexperimenten. De verhalen volgen allen het chronologische stramien, zijn allemaal in de onvoltooid verleden tijd geschreven en lijken telkens te gaan om dezelfde ik-figuur, die grote gelijkenis met de schrijver vertoont.

Een wapen van De Jong is zijn (verholen) enthousiasme. Waar zijn eerdere bundels vooral wielrennen als onderwerp hadden, staat in deze bundel de muziek centraal. Zijn begeestering voor muzikanten, muziekgenres en muziekinstrumenten doordrenkt elk verhaal. Onwillekeurig moest ik denken aan Matthijs van Nieuwkerk, de verguisde presentator, die ook dat vermogen had (heeft) om door de wijze waarop hij kijkt en spreekt muziek en andere zaken extra glans te geven. Met die passie voor muziek geeft De Jong de verhalen ziel. Zelfs de schijnbaar onbeduidende aankoop van een tweedehands jazz-elpee uit 1961 met een piepjonge talentvolle drummer levert in dat licht een spannend, en ook humoristisch, verhaal op, waarin de ik-persoon vreest dat iemand anders (een drummer) het begeerde album voor hem wegkaapt. Een fragment uit dit verhaal, waarin vooral de drummer aan het woord is:

De man wees naar de grote luidsprekers aan de muur.
‘Staat die muziek hier altijd zo hard?’
Hij hield op met zoeken en draaide een kwartslag mijn kant op. Over zijn grijze T-shirt hing een kettinkje met een miniatuurtrommeltje, de drumsokjes waren erop gelast.
‘Sorry, ik ben doof aan dit oor.’
Hij tikte op een ringetje aan zijn rechteroorlel. Een fijn geheugensteuntje voor iedereen die met hem sprak, leek me.
‘Vanaf de geboorte?’
“Sorry, hoor…’ zei hij.

Het is knap hoe De Jong varieert. Telkens is er een andere invalshoek op muziek, elke keer ziet de ik-persoon zich geconfronteerd met een ander soort vraagstuk. Hoe als chauffeur om te gaan met een jonge zangeres van “elektropop met een depri-sausje” die getypeerd wordt als “een lieve vulkaan?” Wat te zeggen tegen een oudere countryzangeres die een vraagstuk van leven-en-dood heeft? Wat te doen als de Finse gasten van de buurman stijf van de pillen de hele nacht keihard techno en house draaien? Situaties die spanning oproepen, dat is waar het om draait in een kort verhaal. Je moet als lezer willen weten hoe het afloopt. En hoewel sommige verhalen dicht tegen de anekdote aan zitten, roepen alle elf verhalen die aandrang tot doorlezen in ruime mate op.

Het openingsverhaal Locorotondo steekt voor mij boven de andere verhalen uit. De ik-persoon hoort in een Italiaans bergdorp het geluid van de zee en betreedt een huis waarin allerlei soorten natuurgeluiden kunnen worden beluisterd. Een opdringerige dame op leeftijd wil op een gegeven moment de hartslag van de ik-persoon opnemen. De Jong is in dit verhaal op een aannemelijke manier uitermate fantasierijk en bouwt tegelijkertijd dubbele bodems in.

Laat ik het in muzikale termen afronden. De ik-persoon uit deze bundel houdt van wilde jazz uit de jaren vijftig en zestig, zoals van Jimmy Heath en “de angry young man uit Philadelphia”, Arthur Shepp. Maar wild zijn deze verhalen niet, eerder gestileerd en een tikje melancholiek. Hoewel het misschien iets te veel eer is, denk ik bij De Jong daarom in de richting van een andere markante jazzmuzikant uit die tijd, een trompettist die met weinig noten veel wist op te roepen. Dat was Miles Davis. All blues, weet je wel.

Auteur: Wilfried De Jong
Titel: Schwung; tien verhalen en een blues
Uitgeverij: Podium
1e druk 2023
Hardcover
ISBN: 978 94 6381 199 6
176 pagina’s