Recensie verhalenbundel De eilanden van A. Alberts
Bedrieglijk simpele verhalen
Door Michiel van den Berg
Een enkele keer kwam ik de naam tegen: A. Alberts. Zijn oeuvre bestond uit twee verhalenbundels, zeven romans en tientallen historisch getinte essays. Naar ik begreep een van de grote schrijver van de Nederlandse letteren uit de twintigste eeuw. Geliefd bij auteurs en critici, onbekend bij het grote publiek. De PC Hoofdprijs en Constantijn Huygensprijs mochten daar niets aan veranderen. De heruitgave van De Eilanden bood een mooie kans om kennis te maken. In 1952 verscheen deze debuutbundel bij Van Oorschot, nu geeft Das Mag het uit.
De bundel bevat elf verhalen. Ze zijn alle geschreven vanuit het perspectief van een bestuursambtenaar in het koloniale Nederlands-Indië rond WO II. Die oorlog zelf speelt slechts in een verhaal een hoofdrol, de opstand van de Indonesiërs tegen de Nederlanders in een ander verhaal. Andere verhalen gaan over hoe het is om als enige westerling in het oerwoud te werken, de omgang met inlandse adel, het kat-en-muisspel om achter oogstgegevens te komen, het stelen van een koe, een expeditie naar een ertshoudende bergketen, een zoektocht naar diepzeeduikers en de terugkeer naar Nederland.
De verhalen zijn wisselend grappig, ontroerend, grimmig en paranoïde. De schrijfstijl is bondig, terloops en onderkoeld. De taal is uitermate simpel. Je vliegt door de tekst heen, maar achteraf krab je je achter de oren. Heb je wel goed gelezen, heb je niets gemist? En warempel, bij herlezing valt je meer op, krijgt het verhaal meer diepte en betekenis. En na een poosje lees je sommige verhalen nog eens. Alberts, die wijsbegeerte studeerde en bestuursambtenaar in Nederlands-Indië was, moet bewust voor deze simpele taal hebben gekozen. Het draagt bij aan de aantrekkingskracht van zijn bundel. Als voorbeeld de openingsregels van het eerste verhaal Groen:
De hele ochtend is het alleen maar kust geweest, een bijzonder plezierige, nette kust, een echt stukje natuur met palmen, maar ze wuiven niet. Ik zou het nog prettiger vinden, als ze het wel deden en ook, als ik niet wist, dat de dikke, witte streep onder de palmen bij nadering almaar vuiler en goorder wordt en dat er smerige hutten onder dezelfde palmen naar voren komen.
Het verhaal De jacht maakte op mij de meeste indruk. Een plaatselijke regent moet eropuit omdat een opstandeling een paar dorpen heeft platgebrand. Met tegenzin komt hij in actie, eenmaal in actie loopt de boel uit de hand. Hoe geweld disproportionele vormen kan aannemen. Een actueel thema nu de gepleegde misdaden van het Nederlandse leger tijdens de zogenaamde politionele acties niet meer publiekelijk worden weggewuifd en vergoelijkt.
Recent las ik De stille kracht
van Louis Couperus. Deze roman uit 1900 over eveneens een bestuursambtenaar wordt
gezien als een hoogtepunt van de literatuur over het koloniale verleden. Het is
aardig om beide boeken te vergelijken.
Couperus schrijft soepel, wijdlopig, bloemrijk en impressief. Een groot contrast
met de kale, wat hakkelige stijl van Alberts. Bij Couperuis is een alwetende
verteller aan het woord, die je rondleidt in de hoofden van de personages en vanuit
hun karakters en drijfveren hun handelen verklaart en daarmee het plot als een
goedlopend horloge blootlegt. Bij Alberts vertelt een ik-personage. Het is iemand
die geen grip krijgt op de werkelijkheid, ook niet op zichzelf. Als lezer heb
je net als de verteller geen idee waar het verhaal naar toegaat.
Ondanks deze verschillen – en de tussenliggende periode van vijftig jaar – valt
de grote overeenkomst in thematiek op. Beide auteurs beschrijven de
vervreemding en eenzaamheid van de westerlingen, de botsing van het rationele
en het irrationele en het schijnbare buigen van de Indonesiërs voor de kolonialen.
Couperus vat deze thematiek samen als ‘de stille kracht.’ Je zou kunnen zeggen
dat ook Alberts de stille kracht beschrijft, zij het op totaal andere wijze.
Alberts een van de grootste Nederlandse schrijvers van de vorige eeuw? Dat weet ik op grond van deze ene bundel nog niet zo zeker. Wel dat deze verhalen het lezen dubbel en dwars waard zijn.
Auteur: A. Alberts
Titel: De eilanden
Uitgeverij: Das Mag
1e druk 2023, verscheen eerder bij Van Oorschot (1e druk 1952)
ISBN: 978949493248908
189 pagina’s