Recensie verhalenbundel ‘Onze vreemden’ van Lydia Davis

Recensie verhalenbundel ‘Onze vreemden’ van Lydia Davis

Onderhuidse emotie in verhalen die niet altijd verhalen zijn

Door Michiel van den Berg

Lydia Davis (1947) is een Amerikaans vertaler (Flaubert, Proust, Foucault) en schrijfster van romans, korte verhalen en essays. Voor haar oeuvre ontving ze in 2013 de Man Booker International Prize. Onze vreemden is haar vijfde verhalenbundel en telt meer dan 150 verhalen. Sommige verhalen beslaan meerdere pagina’s, andere zijn ultrakort. Als voorbeeld integraal het verhaal op pagina 151.

In een hotelkamer in Ithaca

April, het kamermeisje
heeft een boodschap voor me achtergelaten
met de hand geschreven in rode inkt op een stuk papier.
Het ligt naast het koffiezetapparaat.
Ze heeft geschreven: ‘Wijsheid begint met verwondering.’
Het citaat is van Socrates.
Maar de smiley is er door April aan toegevoegd.

Regelmatig is het de vraag of de in deze bundel opgenomen teksten vallen onder de noemer verhalen. Telt een boodschappenlijstje, een afgeluisterd gesprekje van twee zinnen, een paar regels over een spinnetje op de aanrecht of een gedachte over hoe je je handen op het stuur dient te houden ook mee? Meer algemeen gesteld: kan een verhaal zonder plot? In hoeverre dien je als lezer je verbeeldingskracht te gebruiken en op grond van de spaarzame gegevens zelf het verhaal te construeren? Of is het verhaal niet de afzonderlijke stukjes, maar het beeld dat oprijst na het lezen van alle 150 verhalen?

Lydia Davis citeert in de bundel de Duitse schrijver Peter Bichsel: ‘Er zijn verhalen die de moeite van het vertellen nauwelijks waard zijn.’ Vervolgens merkt Davis op dat Bichsel prachtige, rustige, bescheiden verhalen schrijft; verhalen waar medemenselijkheid uit spreekt, of liefde, of een combinatie van medeleven, begrip en eerlijkheid. Ze besluit met de vraag: ‘Springt deze eigenschap van zijn verhalen me tegenwoordig zo duidelijk in het oog omdat ik ernaar op zoek ben?’

Een frappante vraag, want anders dan de blijkbaar warme medemenselijke verhalen van Peter Bichsel valt de toon van Lydia Davis op het eerste gezicht als het tegenovergestelde te karakteriseren. Als een afstandelijke wetenschapper legt ze meestal een stukje wereld onder de microscoop en beschrijft dat koel en feitelijk. Gevoelsuitingen zijn Davis vreemd, laat staan sentimentaliteit. Toch zit er onderhuids wel degelijk emotie in, volop, variërend van humor en irritatie tot (inderdaad!) verwondering.

In een interview in The Paris Review uit 2015 zegt Davis dat haar notities (uiteraard) altijd bij haarzelf beginnen, maar niet een op een op haar zijn te betrekken. Toch bekruipt je bij het lezen van deze verhalenbundel telkens de gedachte dat je in het hoofd van deze oudere vrouw zit, een vrouw die zich geen illusies meer koestert over de aard van de mens en haar eigen tekortkomingen. In het bedoelde interview, maar ook in enkele van de verhalen in Onze vreemden, wijdt ze haar voortdurende drang tot kritische (zelf)reflectie aan de opvoeding van haar moeder. Nooit kan ze eens lekker luieren, altijd gaan die gedachten door. Het leverde haar wel een omvangrijk en hoog gewaardeerd oeuvre op, concludeert ze.

Het titelverhaal van de bundel bevat tien notities over buren. Buren, die vreemden voor je zijn als je ergens nieuw komt te wonen, soms voor altijd vreemden blijven – vreemd, want ze bevinden zich de dikte van een scheidingsmuur van je af – soms meteen of op den duur vijandig zijn en soms vrienden worden.

In het verhaal Iemand vroeg me naar korstmos, vraagt iemand of ze weleens over korstmos heeft geschreven omdat ze typisch iemand is die over dat soort dingen schrijft. De schrijfster is het ermee eens dat dat precies een goed onderwerp voor haar is, maar heeft er nog nooit over geschreven. Vervolgens beschrijft Davis in vijf pagina’s hoe de schrijver in de wereld van het korstmos duikt en geeft prachtige gedetailleerde beschrijvingen van het mos.

Ik deed er twee maanden over deze bundel tot mij te nemen. Het leende zich niet tot snel doorlezen. De gedachte bekroop me dat er ook een mooie scheurkalender van gemaakt zou kunnen worden. Al met al een bijzondere leeservaring. Ter afsluiting nog een verhaal dat goed illustreert wat je kunt verwachten in deze verhalenbundel.

Noodvoorziening
           
We vulden de badkuip met een paar centimeter koud water, voor het geval dat de pomp het begaf. Hem verder vullen durfden we niet, uit angst dat een van de katten erin zou vallen en zou verdrinken. De katten vielen er niet in. Wat verdronk was een hooiwagen.
Niemand mistte hem, dachten we. Maar met insecten weet je het nooit.

Auteur: Lydia Davis
Titel: Onze vreemden
Vertaling: Peter Bergsma
Uitgeverij: Atlas Contact
1e druk 2023
Paperback
ISBN: 978 90 254 7405 9
228 pagina’s

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*