Recensie van Het aanwezige been van Arnon Grunberg

Recensie van Het aanwezige been van Arnon Grunberg

Escapisme en snobistisch vermaak

Door Michiel van den Berg

Het aanwezige been bevat een keuze uit de verhalen die Arnon Grunberg schreef na de bundel Apocalyps (2013) en zijn door hem herzien. Een ruimte keuze, want met vierentwintig verhalen en driehonderd pagina’s is dit een kloek boekwerk – overigens mooi vormgegeven en zorgvuldig uitgegeven. Uit de Verantwoording valt op te maken dat veel van de verhalen zijn geschreven ter gelegenheid van een themanummer van een tijdschrift of een bijeenkomst van een organisatie. Levert dat goede literatuur op? Daar kom ik later op terug.

De bundel ontleent zijn naam aan het gelijknamige verhaal. Een verzekeringsagent steekt zich diep in de schulden voor het huwelijk van zijn dochter. Jaren later ontmoet hij in een bar de celliste die op het feest speelde en met wie het klikte toen zij spraken over de kunstwerken die hij van tractoren maakte toen hij nog een jonge kunstenaar was. Door een ongeluk met een grasmaaimachine mist ze inmiddels een been. Hij staart naar het afwezige been en wil het aanraken.

Ze zegt dat het mag, de celliste, hij mag het been dat er niet meer is aanraken. Hij zou willen weten wat ze ermee hebben gedaan, maar hij durft er niet naar te vragen. Zijn handen strelen het afwezige been met een tederheid die hem verrast, een tederheid die hem herinnert aan het verleden, en het onderscheid tussen heden en verleden opheft.
Hij zegt: ‘Het been dat er niet meer is, is aanweziger dan het been dat er wel is.’
‘Ja,’ zegt ze, ‘zo is het precies.’

Dit is een mooie passage. Het letterlijke zegt iets over het figuurlijke. Aan de lezer om dit in te vullen. De opmerking over het opheffen van het onderscheid tussen heden en verleden is eigenlijk overbodig. De lezer snapt dat wel.

Er staan meer van dit soort intrigerende verhalen in de bundel.

In The Waste Land verruilt een vrouw van in de vijftig haar baan als topambtenaar voor een baan als projectmanager in de internationale hulpverlening. In Midden-Amerika krijgt ze een verhouding met een blinde warlord, die haar vraagt het bekende gedicht van T.S. Eliot voor te lezen en een baby het land uit te smokkelen.

De andere zwemmers lijkt geïnspireerd op het bekende schietincident met Alec Baldwin bij de opnamen voor de film Rust. Een neppistool is verwisseld voor een echt pistool; een actrice doodt per ongeluk een acteur. Het verhaal is een gestold moment bij hun advocaat, waarin de lezer aan de hand van de innerlijke monoloog van de ik-figuur, de broer van de actrice, mag opmaken wat er precies aan de hand is. Fijn dat Grunberg het niet voorzegt.

Twee verhalen gaan over schrijvers. In het nogal flauwe De lezer en zijn gigolo, drijft Grunberg de hyperbool op de spits en laat een schrijver het bed delen met een barones. De lezer wil immers de totale schrijver. Punt gemaakt, maar inhoudelijk heeft het eerder het gewicht van een column dan een verhaal.

Dieper graaft Grunberg in De stilte doorbreken. Een schrijver – en ja, dat zou best weleens Grunberg kunnen zijn – houdt een lezing in een boekwinkel in Erfurt. Na afloop haalt de oudere heer Hasselnuss hem over om iets te schrijven voor de NGO Breaking the Silence. Deze NGO geeft Israëlische ex-militairen een podium om te beschrijven wat er echt gebeurt in de bezette gebieden en oorlogen. Het gaat dus om non-fictie, verhalen die er echt toe doen. Grunberg zet dit af tegen de schrijver:

Ik keerde terug naar mijn hotelkamer, de lezers hadden mij weer niet getroost, hoewel de schrijver stiekem altijd blijft hopen dat het avontuur zal beginnen na afloop van de lezing, al is het in Erfurt.

U bent een man zonder principes,’ zei Hasselnuss … ‘althans een man die op dinsdag het ene principe heeft en op woensdag het andere.’

Intellectuelen zijn er dol op hun eigen machteloosheid te benadrukken, als ze íets goed kunnen is het redenen aanvoeren waarom zij in het bijzonder en de mens in het algemeen machteloos is. De romankunst is de verentooi van de machtelozen.’

Zou u uw observaties niet eens willen delen met mensen die in uw observaties meer zoeken dan escapisme en snobistisch vermaak?’

Zoals deze zijn er nog een meer lezenswaardige verhalen. Helaas zijn er ook verhalen die nauwelijks boeien. Dat ligt niet aan hoe Grunberg ze vertelt. Grunberg schrijft altijd goed, zijn stijl is zijn handelsmerk – bondig, sprekende details, humoristisch dan wel ironisch. Het zit hem in de inhoud. Een deel van de verhalen heeft weinig inhoudelijk gewicht en mist urgentie.

Wat moeten we bijvoorbeeld met Schep, oorspronkelijk geschreven voor het fotoboek Boomstad Amsterdam? Een vrouw met een tumor in het hoofd wil graag een boom worden. Het verhaal kent geen enkele concrete of psychologische ontwikkeling. Niet elke aanleiding levert blijkbaar een geslaagd verhaal op. Strengere selectie had een sterkere bundel opgeleverd.

Als je uitzoomt naar het immense oeuvre van Grunberg – romans, verhalen, toneelstukken, filmscripts, lezingen, columns – kun je je afvragen waar de uitdaging voor deze schrijver nog ligt. Wat mij in deze bundel na enige tijd wat ging tegenstaan is de afstandelijke, nihilistische blik waarmee hij zijn personages neerzet. Zij wekken geen empathie op, sterker nog, ze wekken nauwelijks gevoel op. Wellicht is dat de reden dat Grunberg die gevoelens vaak ook letterlijk benoemt.

Natuurlijk, een levensvisie, ook of vooral als dat een nihilistische is, die heb je nou eenmaal. Toch zou ik graag eens een verhaal of roman van Grunberg lezen waarin hij het probeert: schrijven vanuit de overtuiging dat de uitdagingen die we aangaan er wel toe doen. Dat het leven zin heeft. Een grote liefde tegen wil en dank, een vluchteling die succesvol integreert, een strijder voor mensenrechten die zegeviert. Ik zou zeggen: maak daar eens literatuur van.

Auteur: Arnon Grunberg
Titel: Het aanwezige been
Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar
1e druk: mei 2025
Uitvoering: hardcover
ISBN:
9789038810300
Aantal pagina’s: 306

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*