Vandaag kunnen we de derde weekwinnaar bekend maken van onze schrijfwedstrijd. De eer is aan Danique van der Rijt – de Ridder. Zij schreef met ‘De gekroonde indringer’ een pakkend verhaal vanuit een ongebruikelijk perspectief. Van harte gefeliciteerd Danique!
Lees hieronder het winnende verhaal:
De gekroonde indringer
Danique van der Rijt – de Ridder
Toen mijn ritmische gebonk langzaam afzwakte dacht ik dat het mijn einde was. Ik had het al dagen voelen aankomen. Het bloed dat door de aderen stroomde was langzaam stroperig geworden. Zo nu en dan bleef er een stolsel haken in haar hersenen, als een haarpluk in de afvoer van de wasbak die de toegang vernauwde. Pijnscheuten trokken door de vaten en ik pompte op volle kracht om haar te redden. Maar het hielp niet. Ik kon haar lijf niet meer bevrijden. De gekroonde indringer had het van me gewonnen. Hij had alle hoeken van haar lichaam ingenomen en de organen verzwakt. En zelfs toen haar leger het virus had verslagen, konden haar longen niet meer opstarten.
Al dagen voelde ik de pijn die door haar lijf gierde, ik voelde haar angst voor de dood, ik voelde de liefde voor haar man en kinderen. Maar het was niet genoeg. Ik kon het niet tegenhouden. Toen de artsen de pompende machine stilzetten merkte ik hoe mijn krachtige slagen steeds zwakker werden. Van zestig, naar veertig, naar twintig keer per minuut. Tot ik werd ondergedompeld in een kalme stille leegte. De pijn was gestopt. Haar angst was verdwenen, maar ook haar liefde. Ik vroeg me af hoe lang het zou duren voor de kou me zou omvatten. Voor ik ook niets meer zou voelen. Maar de kou kwam niet. Buiten waren ze druk in de weer om iets te veranderen. Wilden de artsen haar nog redden? Konden zij iets wat ik niet kon? Het schelle gepiep zwol weer aan en er opende zich een gat boven me. Mijn kamers vulden zich met licht. Zachte handen sneden door het weefsel van haar borst. Nooit eerder had iemand mij zo aangeraakt. De blauwe vingers sloten zich om me heen. Een scherp mes sneed me van haar los. Van haar, het lijf dat ik altijd had gekoesterd. Lucht stroomde langs de pomp en langs mijn aorta. Het was iets dat ik nooit eerder had gevoeld. Een koude sensatie. Als ik kon rillen had ik het gedaan. Maar ik kreeg de kans niet. Voor ik het wist werd ik opnieuw omringd door mensenvlees. Een warm lichaam omsloot me. Maar niet dat van haar. De handen legden me weer vast, staken naalden door mijn aderen, en voor ik het wist was al het licht verdwenen. Daar lag ik dan. Zo hetzelfde en toch voelde het zo anders. De stemmen buiten vervolgden hun missie. Er trok een harde schok door me heen. Met een ongelofelijke golf stroomde alles bij me binnen. De ondragelijke pijn die hij voelde, zijn angst voor de dood, de liefde voor zijn vrouw en kinderen. Bij de tweede schok begon ik geschrokken te bonzen. Eerst twintig, daarna veertig, en toen zestig keer per minuut. En terwijl mijn ritmische gebonk langzaam opstartte dacht ik aan een nieuw begin.
Over de auteur
Danique van der Rijt – de Ridder is docent geschiedenis en schrijver. Al van jongs af aan was schrijven voor haar een passie. Tijdens haar studie geschiedenis, inmiddels vijftien jaar geleden, verdween het schrijven een beetje naar de achtergrond, maar sinds vorig jaar heeft ze de draad weer volledig opgepakt. Ze doet regelmatig mee aan schrijfwedstrijden en op haar website publiceert ze korte verhalen. In oktober was haar verhaal Het laatste portret winnaar bij het verhaal van de maand en afgelopen juni won ze met Eeuwige trouw de hoofdprijs bij de wedstrijd de fatale date. Eind oktober komt haar verhaal Het bloedbad van Verden in de bundel Morietur in Armis van uitgeverij Godijn. Daarnaast is ze momenteel bezig met het schrijven van haar debuut roman.
Auteurspagina: www.daniqueschrijft.nl
Wil je jouw verhaal ook op onze website geplaatst zien? Je kunt nog meedoen aan onze #schrijfwedstrijd. Klik HIER om alle voorwaarden te lezen.
Mooi verhaal, ik leefde echt even met de hoop van het hart mee.
Hoi Carlijn, bedankt voor je commentaar! 🙂
Gaaf perspectief!
Bedankt! Ik probeerde inderdaad iets origineels te bedenken.
Al lezende vroeg ik me echt af wie de ik zou kunnen zijn, dat wordt heel mooi duidelijk in de laatste zin, knap verteld.
Bedankt Marjet!