Vandaag maken we de tiende weekwinnaar van onze schrijfwedstrijd bekend: Pasoun Nasseri! We moesten glimlachen om de beschrijvingen die eerst behoorlijk bevreemdend zijn en dan ineens volkomen logisch blijken. Van harte gefeliciteerd Pasoun!
Lees hieronder het tiende en laatste winnende verhaal van onze schrijfwedstrijd van 2024!
Het Raam
© Pasoun Nasseri
Ze was een van die types die men met het woord “cute” zou beschrijven. Er wordt wel gezegd dat over smaak niet te twisten valt, maar eenieder zou haar als zodanig bestempelen. Eén blik was voldoende om te weten dat je met een mooi schepsel te maken had. Om ook nog enigszins schuin te spreken had ze, naast haar ronde serene ogen en duidelijk afgesneden lippen, vlees op de juiste plekken. Ze oogde van top tot teen fit en vitaal: stevige benen en sterke armen.
Het eigen van dit soort types is dat ze kunnen rekenen op de aandacht van anderen, en ze vond deze aandacht heerlijk. Temeer, daar ze zich ervan bewust was dat ze een bewonderenswaardig vrouw was.
Ditmaal zag ze in haar ooghoeken dat ze de volle aandacht te pakken had van een jongetje. Hij stond daar met een te grote rugzak op zijn rug en een kladblok met potlood in zijn handen.
Ze draaide langzaam haar hoofd richting het jongetje. Toen hun blikken elkaar ontmoetten, wierp ze hem haar breedste glimlach toe en liet zich plots, subiet, pardoes en totaal uit het niets op de grond vallen in een kleermakerszit. Om haar komische aanblik glimlachte het jongetje meegaand naar haar. Dit maffe beeld werd versterkt doordat ze kalm over haar buik streek en aan haar blote dij begon te krabben. Ze voelde zich nooit ongemakkelijk; ongeacht de situatie, ongeacht met wie ze te doen had, of de bedrijvigheid om haar heen. Ze twijfelde nooit, en was altijd zeker van zichzelf. Ook nu zat ze daar, het deerde haar niets, alsof alle ogen die op haar gericht waren haar niet konden beoordelen.
Even plots als dat ze zich had laten vallen, stond ze rechtop. Ze zette het op een rennen en denderde als een wilde vooruit, maaiend met haar armen over de grond en zwaaiend in de lucht; haar blote borsten kaatsten ongecontroleerd heen en weer, totdat zij op twee passen voor het jongetje halt hield.
Ze tikte met haar knokige vingers ietwat onhandig en aandoenlijk tegen het grote raam dat hen van elkaar scheidde. Het jongetje glimlachte naar haar en hield zijn kladblok tegen het raam, waarop hij een orang-oetan had geschetst.
Ze stampte op de grond en klapte in haar handen boven haar hoofd, terwijl ze uit vreugde misvormde geluiden maakte met haar mond. ‘Oh oh, ah ah.’
Over de auteur:
In de avonduren leest Pasoun Nasseri graag boeken en zet af en toe zijn gedachten op papier.
Laat een reactie achter