Het is tijd voor de tweede winnaar in onze zomerschrijfwedstrijd. Piet Broekharst stuurde ons het bijzondere verhaal ‘Bingo’. We vielen met name voor de subtiele humor in dit verhaal. Van harte gefeliciteerd Piet en dank je wel voor deze mooie inzending!
Bingo
Door Piet Broekharst (c) 2019
Onlangs is Sjaantje pardoes overleden. Ze woonde in een aanleunwoning bij een verpleeghuis en was een stille vrouw van eind tachtig, die geen enkel familielid meer had. Geen broer of zus, neef of nicht of verre verwant, en de huishoudelijke hulp deed boodschappen voor haar.
Ze moest of wilde nooit ergens heen en vermeed alles wat met dokters en ziekenhuizen te maken had, al zijn dat gewoonlijk de uitjes die mensen van haar leeftijd nog hebben. En de notaris, want ze was niet onbemiddeld, kwam wel naar haar toe. Tussen de middag nam ze elke dag een warme maaltijd in het zaaltje van het appartementencomplex en elke donderdagmiddag ging ze daar naar de bingo.
Die donderdagmiddag schuifelde Sjaantje naar het zaaltje, want met een rollator lopen wilde zij niet. Vlak voor de deuren van het zaaltje stond zij plots met een ruk stil, strekte zich in de volle lengte van haar één meter zestig uit en zeeg geluidloos ineen als een marionet waarvan de touwtjes waren gebroken.
Eén van de aanwezige vrijwilligers kwam aangesneld met de AED en een ander belde 112. De ambulance kwam, maar de broeder kon alleen maar bevestigen want de AED-er al had geconstateerd: Sjaantje was helaas en onmiskenbaar overgegaan naar een ander leven, en voorlopig en in afwachting van de dokter werd Sjaantje in een zijkamertje gedeponeerd.
Maar het leven gaat door en de bingo ook, al was het drie kwartier later.
‘Tja,’ zei Gerda, die altijd bij de maaltijd en bingo naast Sjaantje zat, ‘dan doe ik haar plankje wel, want dat heeft ze al betaald.’
Tijdens de laatste ronde riep Gerda ‘bingo!’ En er achteraan: ‘Sjaantje heeft nog nooit wat gewonnen en nu heeft ze bingo.’
De prijs was een grote doos bonbons en de vraag rees wat daarmee te doen, want tenslotte was die van Sjaantje.
‘Uitdelen,’ stelde Gerda voor na wat heen en weer gepraat, ‘want dat zou Sjaantje ook gedaan hebben.’
Iedereen was het daarover eens en ter nagedachtenis aan Sjaantje werd de doos statig rondgedragen door Gerda. Toen Dikke Truus de bonbon uit de doos nam riep ze: ‘Lang leve Sjaantje,’ wat een hoop gegrinnik opleverde.
Mina pakte een bonbon, stak hem in de hoogte en giechelde: ‘Nou Sjaan, daar ga je,’ maar ook dat werd unaniem afgekeurd als een in memoriam.
‘Laten we er ‘Sjaantje is een engel’ van maken,’ opperde Gerda terwijl zij haar bonbon plechtig op de palm van haar hand omhooghield. Het voorstel werd met algemene stemmen aangenomen en na het gezamenlijk uitroepen van die woorden was het even stil in het zaaltje. Maar dat kwam doordat de dames hun mond vol bonbon hadden.
Over de auteur:
Pieter Wouter Broekharst (Piet) heeft vele korte verhalen en gedichten geschreven, en soms ook gepubliceerd, maar hij houdt er geen administratie op na. In 2006 heeft hij een gedichtenbundel uitgegeven “Een glimlach en een traan”. In het derde kwartaal van 2019 zal zijn debuutroman “Schizonoia” zal verschijnen bij Uitgeverij Schrijverspunt. En dat op zijn 76e.
Wil je jouw verhaal ook op onze website geplaatst zien?
Je kunt nog meedoen aan onze zomerschrijfwedstrijd. Kijk hier om te lezen hoe je meedoet.
Prachtig verhaal, Piet, met een heerlijk gevoel voor humor, geef je dit, altijd weer, beladen onderwerp een extra impuls.