Recensie verhalenbundel ‘Goed leren praten’ van Hillary Mantel
Een mythische jeugd
Door Michiel van den Berg
Hillary Mantel (1952-2022) is een veelzijdige auteur die korte verhalen, recensies, opiniestukken essays en romans scheef. Ze won maar liefst twee keer de Booker Prize met de Cromwell-trilogie over een minister tijdens het bewind van Hendrik VIII. De bundel Goed leren Praten brengt zes eerder in tijdschriften gepubliceerde verhalen en een fragment uit de autobiografie De geest geven samen. De bundel komt postuum uit, maar Mantel had het voorwoord al geschreven.
Een slechte jeugd is een goudmijn voor een schrijver, wordt weleens gezegd. Dat gaat zeker op voor Mantel. Regelmatig heeft ze in haar literaire werk getracht te vatten hoe haar jonge jaren waren en hoe haar dat als mens en schrijver heeft gevormd. Alle verhalen in Goed leren praten gaan over “autobiografische perspectieven” vanuit die jeugd.
Dit zijn de feiten: Mantel werd geboren in een industrieel stadje aan de rand van het Peak District, niet ver van Liverpool. Op haar zevende trok de minnaar van haar moeder bij hen in, terwijl haar vader thuis bleef wonen. Op haar elfde verhuisden het gezin (minus haar vader) van een volkse wijk naar een buitenwijk voor gegoede middenklasse. Hillary moest daar de achternaam van de minnaar van haar moeder gebruiken en de schijn ophouden dat moeder en minnaar waren getrouwd. Als intelligent, maar ziekelijk kind, moest ze goed (netjes) leren praten om kans te maken om rechten te studeren. Hillary had de neiging om geesten, spoken en andere personages te verzinnen om haar gezelschap te houden. Naar eigen zeggen leed ze aan synesthesie.
In het voorwoord schrijft Mantel: “Alle verhalen zijn ontstaan vanuit vragen die ik mijzelf stelde over mijn jonge jaren. Ik kan niet zeggen dat ik door mijn leven in een fictionele vorm te gieten puzzels heb gelegd, maar ik heb in ieder geval de puzzelstukjes flink heen en weer geschoven.” Daar valt aan toe te voegen dat die puzzelstukjes prachtig geschreven zijn: bondig, beeldend, zintuigelijk, grappig en tegelijkertijd ook eenzaamheid en angst ademend.
In het verhaal Koning Billy is een heer exploreert ze het gegeven dat de minnaar van haar moeder een uiterst kort lontje had en niet zonder ruzie leek te kunnen. Ze zet een jongen en een buurjongen tegenover elkaar. Beiden lijden onder de tirannie van hun vaders. Waar de ene jongen ontsnapt door te gaan studeren, komt de andere jongen om het leven als zijn zelfgemaakte bom per ongeluk ontploft.
Het titelverhaal gaat over een meisje dat spraaklessen moet volgen om haar Noord-Engelse dialect te veranderen naar ‘hoe mensen in Zuid-Engeland praten.’ Mantel beschrijft in geur en kleur de bejaarde docente en de eveneens bejaarde examinator. Het verhaal heeft nauwelijks een plot. Dat geldt voor meer van de verhalen, die het vooral van hun extreme sfeertekening moeten hebben.
Het verhaal Opstand op de derde verdieping is volgens Mantel een eerbetoon aan haar moeder. Het handelt over een vrouw die niet meer thuis wil zitten en opklimt tot chef van de afdeling damesmode in een vermaard warenhuis.
Het bijzondere van de bundel is dat de verhalen een relatie met elkaar aangaan. De zes verhalen vormen (voor mij) een wolk van gebeurtenissen en gevoelens waarin een soort oerverhaal doorklinkt. Mantel mythiseert als het ware haar jeugd. Dat is een gift aan ons als lezers, maar helpt Mantel niet om grip te krijgen. Het fragment uit De geest geven sluit dan ook als volgt af:
“Soms kon je bij iets waarover je niet kunt schrijven. Je hebt alles opgeschreven wat je kunt bedenken om te voorkomen dat het verhaal dat punt zou bereiken. Je weet dat je er schrijftechnisch niet toe in staat bent. Dan zeg je: oké dan, ik ken tenminste mijn beperkingen. Kies daarom eenvoudige woorden, neem je tijd. Maar dan realiseer je je dat de lezers – al die welwillende lezers die je tot hier zijn gevolgd – zich schrap zetten voor een ontboezeming over seksueel misbruik. Dat is althans de gebruikelijke gruwel. Mijn gruwel is vager. Hij nam mijn leven in een wurggreep, en ik weet niet hoe of wat dat was.”
Auteur: Hilary Mantel
Uitgeverij Meridiaan
Eerste Vertaler: Harm Damsma
Tweede Vertaler: Niek Miedema
Nederlands Paperback
ISBN: 9789493305007
Druk 1: september 2023
192 pagina’s