Recensie van ‘Verhalen van Toergenjev’

Recensie van ‘Verhalen van Toergenjev

Voor eenieder met een romantisch hart

Door Michiel van den Berg

Van Oorschot heeft de beste verhalen van Toergenjev opnieuw uitgebracht in een nieuwe vertaling als onderdeel van ‘de Russische bibliotheek’ van de uitgever. Het resultaat is een kloek boekwerk met meer dan duizend pagina’s op dundrukpapier. Voor mij is het de eerste kennismaking met het werk van de Russische auteur en ik heb het met stijgend plezier en bewondering gelezen. Wat een prachtige stijl, wat een oog voor details en wat een psychologisch inzicht.

Toegenjev (1818 – 1883) was van adellijke afkomst en bezat een landgoed in het zuiden van Rusland, dicht tegen de grens met Oekraïne. Hij was voorvechter van democratie en streefde naar afschaffing van het lijfeigenschap. Dat deed hij niet alleen door het onrecht te tonen in zijn verhalen, maar ook door als grootgrondbezitter zijn lijfeigenen vrijheid te schenken. Na zijn jeugd op het landgoed, woonde hij in Moskou en Sint-Petersburg, reisde talrijke keren door Europa en vestigde zich uiteindelijk in het Westen. In zijn romans en verhalen keren deze locaties en culturen terug.

De verhalenbundel valt uiteen in twee delen. Het eerste deel speelt zich af rond zijn landgoed. Boeren, lijfeigenen, arme – en rijke adel worden in 25 verhalen met veel oog voor detail, tragiek en komische aspecten geschetst. Van een plot is meestal nauwelijks sprake. Deze verhalen maakten Toergenjev op slag beroemd toen hij ze in 1851 publiceerde onder de titel Notities van een jager. Het hoofdpersonage, in wie hijzelf is te herkennen, lijkt niets ander te doen dan op korhoenders en houtsnippen jagen, wat meer een voorwendsel is tot erop uit trekken dan een werkelijk doel. Dagen zwerft hij rond, vergezeld door een sluwe helper. Omdat hij van adel is, is iedereen verplicht hem gastvrij gratis onderdak en voedsel te verschaffen.

Heerlijk zijn de lyrische natuurbeschrijvingen. Zo begint bijvoorbeeld het verhaal Tatjana Borisovna en haar neef: “Het is schitterend meiweer: de lucht is teerblauw, het gladde, jonge wilgenblad glanst frisgewassen, de brede, effen weg is helemaal overgroeid met dat fijne gras met roodachtige stengels waarop schapen zo graag grazen, links en rechts, op de uitgestrekte heuvels, wiegt zachtjes de groene rogge, de schaduwen van kleine wolkjes glijden er als vloeibare vlekken overheen. In de verte tekenen zich donkere bossen af en blinken vijvers; dorpjes baden in een gelig licht. Leeuweriken stijgen met honderden tegelijkertijd op, zingen, laten zich recht naar beneden vallen en prijken dan met gestrekte nekjes op de modderkluiten.”

Het tweede deel van de bundel bevat negen langere verhalen, soms met de lengte van een novelle of korte roman. De meeste verhalen zijn variaties op een en hetzelfde thema: dat van de tragisch liefde. Een adellijke jongeman, serieus, introvert, welgemanierd en ridderlijk, valt als een blok voor een vrouw, maar zijn verliefdheid leidt om telkens een andere reden niet tot een langdurige romantische relatie. Een trope (een welbekend verhaal) uit de Bouquet-reeks zou je zeggen, maar in intimiteit, intensiteit en psychologische diepgang zijn deze verhalen het tegendeel van plat. Toergenjevs grootste kracht is het creëren van fascinerende, levensechte en aantrekkelijke vrouwelijke personages. Daarom zijn de liefdesgeschiedenissen ook zo meeslepend: je begrijpt volkomen waarom zijn mannelijke personages verliefd op ze worden. Hartverscheurend zijn verhalen als Asja, Lentebeken en Eerste liefde. Niet voor niets zijn ze verfilmd en hebben schrijvers als Gerard van ‘t Reve en Nabokov inspiratie uit deze zoete melancholie geput.

Toergenjev zelf putte uit eigen leven. De novelle Lentebeken heeft duidelijk autobiografische elementen – Toergenjev verbleef op 22-jarige leeftijd enige tijd in Frankfurt -, hoewel het onduidelijk blijft in hoeverre het plot al dan niet als fictief gezien moet worden. In elk geval kan het thema van de onvervulde liefde gezien worden in analogie met Toergenjevs levensloop: vaak verliefd, lang in de ban van de gehuwde (en onbereikbare) zangeres en componiste Pauline Viardot, maar uiteindelijk nooit getrouwd, nooit de ware liefde gevonden. Uit Eerste liefde een citaat over de aankondiging van die ware liefde in een terugblik van de vijftigjarige verteller op zijn zestienjarige zelf:

“In die tijd kwam, zover ik me herinner, het beeld van de vrouw, de schim van de vrouwelijke liefde me haast nooit in vastomlijnde vorm voor de geest; maar in alles wat ik dacht en alles wat ik voelde school een halfbewust, beschaamd voorgevoel van iets nieuws, iets onnoemelijk zoets en vrouwelijks… Dat voorgevoel, die verwachting doortrok mijn hele wezen: het was wat ik ademde, wat met elke druppel bloed door mijn aderen stroomde…en het zou onherroepelijk gauw werkelijkheid worden.”

Froukje Slofstra heeft een frisse en soepele vertaling gemaakt, de zinnen rollen door in een prettige cadans. Verder heeft zij een uitgebreid notenapparaat geschreven met toelichting op Russische personages, gebruiken en voorwerpen. Zonder die noten zijn de verhalen van Toergenjev ook prima te lezen, maar met noten leer je nog meer over Rusland in de negentiende eeuw.

Het is volkomen terecht dat Van Oorschot deze verhalen opnieuw uitgeeft. Wat een schatkamer is die Russische bibliotheek! Voor eenieder met een (latent) romantisch hart: lees deze bundel.

Auteur: L.S Toegenjev
Titel: Verhalen
Vertaling: Froukje Slofstra
Uitgeverij: Van Oorschot
1e druk: januari 2024
Hard kaft
ISBN: 978 90 254 7405 9
1024 pagina’s