Schrijfwedstrijd 2022: Weekwinnaar 3 is Thibaut Coenegracht
Vandaag kunnen we de derde weekwinnaar bekendmaken van onze schrijfwedstrijd. De eer gaat naar Thibaut Coenegracht die je met prachtige beeldspraak zijn verhaal intrekt. Van harte gefeliciteerd Thibaut!
Lees hieronder het winnende verhaal:
Jochie
© Thibaut Coenegracht
Ik staar naar hem zoals ik naar een boomstomp zou staren. Elke vergane seconde van de afgelopen tientallen jaren is daarin terug te vinden. Je kan ze aanraken, je kan ze tellen. En je weet dat er ooit een boom stond, machtig en fier, onbevreesd tegenover de hemel en alles wat daaronder valt.
Maar de kringen rondom mijn vaders ogen zijn ouder dan hijzelf. Ze hebben meer gezien dan zijn ogen, hebben meer verdragen dan zijn huid, en nog minder begrepen van de wereld dan hij. Hij is niet omgehakt, maar het is niet meer mijn vader. Hij is dunner dan een uitgedroogde plant verschrompeld kan zijn, de zwaartekracht is zijn huidplooien inmiddels vergeten en zijn stem is een dor, krakend twijgje. Hij is niet meer dan een herinnering waar ik niet aan kan ontsnappen, maar het enige wat ik nog kan zien.
“Meneer Heider? U bent toch de zoon van…”
De verpleegster wijst naar de rolstoel op het platgetrapte gras. Ik knik.
“Kunt u even met mij meelopen?”
Ik sta op en loop richting de koele gang van het oude verzorgingstehuis. Een laatste blik achter mijn schouder treft de onbewogen wielen.
Ze leidt me een klein vertrek binnen. Stof dwarrelt in het rond, overal liggen paperassen opgestapeld. Aan een klein bureau staat een verouderde computer. Ik ga tegenover haar zitten. Op haar lip bijtend kijkt ze naar het scherm.
“Even kijken hoor… het duurt altijd even met dit oude ding.”
Het tikkende geluid van haar hand op haar dijbeen.
“Journaal… 24 augustus… Daar is het.”
Schuifelende schoenen.
“Gisteren hadden we een speciale dag georganiseerd voor alle kleinkinderen. Nu, uw vader bleek verrassend goed met hen, we zagen hem echt opleven.”
Ze kijkt me een paar keer vlug aan.
“Het punt is… We kwamen er na afloop achter, toen er een jongetje maar niet wilde stoppen met huilen, dat uw vader zijn knuffelbeest, eh… had afgepakt.”
Stilte. Ze beweegt haar lippen langzaam op en neer.
“Uw vader was zo verbeten, we kregen het met geen mogelijkheid van hem terug. Maar het was ook zo’n mooie dag voor hem… We gunden hem dat ook. Dus we hebben het er toen bij gelaten. Toch wil de moeder het ding graag terug.”
Ik weet wat ze gaat vragen. Ze schraapt luid haar keel en gaat rechtop zitten.
“U bent nu toch hier, en u kunt altijd goed met uw vader overweg. Hij luistert op een bepaalde manier naar u. Zou het een te grote moeite zijn om…?”
Ik kijk haar lang aan, en ze kijkt enigszins verward terug. Na een lange stilte zeg ik dat ik met hem zal praten.
Buiten vind ik hem starend in het niets, zijn handen als wortels geklemd om een afgeragd, bleekbruin speelgoedkonijn, waarvan ik het model direct herken uit enkele spaarzame jeugdfoto’s. Ik leg mijn hand heel even op die van hem, en voel dat dit niets minder is dan wat hij nog van zichzelf overheeft, waar hij zo krachtig aan vasthoudt. Alsof het dat beetje grond is waar hij nog net in vaststaat.
Ik parkeer de rolstoel voor het kantoortje, voordat ik met hem het pand uitloop voor zijn wandeling.
“Ik heb echt van alles geprobeerd. Hij wil er niet vanaf.”
Een zucht.
“Dank u. Ik zorg wel dat iemand iets voor dat jochie regelt…”
Ik kijk naar de broze, bewegingsloze schaduw voor mij. Een wrange glimlach speelt op mijn lippen.
“Ik denk dat hij het wel zal overleven,” hoor ik mijzelf geruisloos zeggen, terwijl ik de rolstoel richting de uitgang duw.
Over de auteur:
Thibaut Coenegracht (Gouda, 1994) studeerde psychologie en orthopedagogiek en is momenteel werkzaam bij het Nederlands Jeugdinstituut. Hij schrijft graag gedichten, korte en langere verhalen.
Wil je jouw verhaal ook op onze website geplaatst zien? Je kunt nog meedoen aan onze #schrijfwedstrijd. Klik hier voor de voorwaarden.
pijnlijk prachtig.